2.2.2.Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
De rechtbank volgt de advocaat van betrokkene niet in zijn verweer dat betrokkene, gelet op het door haar opgestelde plan van aanpak, bereid is de noodzakelijke zorg te aanvaarden.
De behandelaar geeft tijdens de mondelinge behandeling aan dat er wel degelijk sprake is van verzet en dat de intrinsieke behandelmotivatie bij betrokkene ontbreekt. Betrokkene heeft weinig ziekte-inzicht en ontkende tot voor kort alles wat er is gebeurd. Tijdens de mondelinge behandeling wil betrokkene hier ook niet over spreken en volstaat met de opmerking dat ze alleen naar de toekomst wil kijken. Ze is vorig jaar twee keer vrijwillig met ontslag gegaan, waarna het weer snel misging omdat betrokkene direct stopte met haar medicatie. De behandelaar geeft verder aan dat betrokkene de neiging heeft om sociaal wenselijke antwoorden te geven, om een rechtelijke machtiging te kunnen voorkomen, maar dat de angst en achterdocht bij haar nog steeds aanwezig zijn.
Gelet hierop is verplichte zorg nodig.
Ten aanzien van de verzochte verplichte zorg overweegt de rechtbank als volgt. Uit de toelichting van de wetgever blijkt dat in een zorgmachtiging sprake kan zijn van drie gradaties van verplichte zorg. Allereerst kan de reguliere verplichte zorg worden opgenomen in de zorgmachtiging waarvan de zorgverantwoordelijke steeds gebruik mag maken. Ten tweede kan in de zorgmachtiging worden opgenomen welke zorg in crisissituaties mag worden gegeven – niet te verwarren met verplichte zorg in noodsituaties. Verplichte zorg in noodsituaties komt immers op de derde plaats in het drietrapsmodel. Wanneer de zorgmachtiging niet in de noodzakelijke zorg voorziet, kan in noodsituaties verplichte zorg worden verleend voor drie dagen, waarna een wijzigingsverzoek kan worden gedaan door de officier. Per geval moet worden beoordeeld welke verplichte zorg continu gegeven mag worden, welke zorg in crisissituaties gegeven mag worden en welke zorg niet wordt opgenomen in de zorgmachtiging en waar slechts in noodsituaties gebruik van mag worden gemaakt.
‘Reguliere verplichte zorg’
De rechtbank acht de volgende vormen van verplichte noodzakelijk gedurende
zes maanden:
het toedienen van medicatie, meer specifiek 3 mg. Risperidon, dagelijks inname onder toezicht van Laurens, en het verrichten van medische controles, meer specifiek maandelijks een gewichtscontrole;
tijdens de mondelinge behandeling is besproken dat het ook noodzakelijk is dat betrokkene zich houdt aan de gemaakte afspraken met het FACT-team, in de vorm van wekelijkse behandelgesprekken. Deze vorm van zorg valt blijkens de toelichting op de wet (zie Kamerstukken II 2015-2016, 32.399, nr. 25 blz. 157) onder het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen; Deze vorm van zorg is niet verzocht omdat er abusievelijk van uit werd gegaan dat deze vorm van zorg valt onder medische controles. Gelet op de toelichting tijdens de mondelinge behandeling, alsmede de onderbouwing van de noodzaak van begeleiding door het FACT-team in het zorgplan, is de rechtbank van oordeel dat in afwijking van de medische verklaring en het verzoek van de officier, het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen, noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank bepaalt met toepassing van artikel 6:4 lid 2 Wvggz dat het zorgplan dienovereenkomstig moet worden gewijzigd.
‘Verplichte zorg in crisissituaties’
In crisissituaties mag binnen de komende zes maanden gebruik worden gemaakt van de volgende vormen van verplichte zorg:
het opnemen in een accommodatie, met als doel een kortstondige opname ten behoeve van het opnieuw instellen op medicatie.
het beperken van bewegingsvrijheid. Hoewel deze vorm van verplichte zorg niet is verzocht, zal de rechtbank deze vorm van verplichte zorg met toepassing van artikel 6:4 lid 2 Wvggz ambtshalve verlenen omdat deze noodzakelijk is tijdens een klinische opname. De rechtbank bepaalt met toepassing van artikel 6:4 lid 2 Wvggz dat het zorgplan dienovereenkomstig moet worden gewijzigd.
Bij betrokkene kan een
crisissituatieals volgt worden gedefinieerd. Wanneer betrokkene haar medicatie niet meer accepteert en een decompensatie met daaruit voortvloeiend ernstig nadeel dreigt, is het noodzakelijk om betrokkene weer goed in te stellen op medicatie. Dan mag betrokkene worden opgenomen op een gesloten afdeling van een psychiatrisch ziekenhuis, Anders dan de advocaat van betrokkene bepleit, zal de rechtbank geen maximum aan een klinische opname verbinden omdat de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling heeft benadrukt dat een klinische opname altijd zo lang als nodig maar zo kort als het kan zal plaatsvinden en bij betrokkene niet met zekerheid valt te zeggen hoe lang dit zal zijn.
Het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens verlangt altijd een onafhankelijk psychiatrisch onderzoek bij vrijheidsbeneming als deze. De nadere uitleg gegeven door het Europese Hof voor de Rechten van de Mens bepaalt dat een onafhankelijk psychiater dit moet uitvoeren op basis van actuele informatie en persoonlijk onderzoek (zie onder meer EHRM 24 september 1992, Herczegfalvy v. Austria, 10533/83, r.o. 63 en EHRM 5 oktober 2000, Varbanov v. Bulgaria, 31365/96, r.o. 47. In de praktijk betekent dit dat bij een vrijheidsbeneming van betrokkene na
drie maanden vanaf hedende zorgaanbieder uitvoering moet geven aan een onafhankelijk psychiatrisch onderzoek. Dat mag door de geneesheer-directeur plaatsvinden, mits hij niet bij de behandeling betrokken is. Een overleg met de geneesheer-directeur zoals de psychiater tijdens de zitting voorstelt, voldoet niet aan een persoonlijk onderzoek waarbij sprake moet zijn van een observatie en spreken met betrokkene in een direct contact.
‘Overige verzochte verplichte zorg ofwel verplichte zorg in noodsituaties’
De door de officier verzochte vorm van verplichte zorg, te weten het uitoefenen van toezicht, wordt door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat deze vorm alleen was verzocht om de inname van de medicatie door Laurens te kunnen verplichten; deze vorm van toezicht valt echter onder toedienen van medicatie.