ECLI:NL:RBROT:2020:5449

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
27 mei 2020
Publicatiedatum
22 juni 2020
Zaaknummer
C/10/596316 / FA RK 20-3306
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam

Op 27 mei 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan de betrokkene, geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene], op verzoek van de officier van justitie. De beslissing volgde op een mondelinge behandeling waarin de betrokkene, bijgestaan door haar advocaat mr. P.T.M. de Haan, aanwezig was. De rechtbank oordeelde dat de betrokkene lijdt aan een paranoïde psychose in het kader van schizofrenie, wat leidt tot ernstig nadeel en dat er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank concludeerde dat verplichte zorg noodzakelijk is om de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren en haar autonomie te herstellen. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 27 november 2020, en omvat onder andere het toedienen van medicatie en het houden van wekelijkse behandelgesprekken met het FACT-team. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de voorgestelde zorg evenredig en effectief is. De beschikking is mondeling gegeven door mr. M.C. Woudstra en schriftelijk uitgewerkt op 3 juni 2020.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/596316 / FA RK 20-3306
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 27 mei 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende en verblijvende aan de [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
advocaat mr. P.T.M. de Haan te Rotterdam.

1 ..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 11 mei 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater] , psychiater, van
1 mei 2020;
 de zorgkaart van 9 maart 2020 met bijlage;
 het zorgplan van 10 maart 2020;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 27 mei 2020.
Bij die gelegenheid zijn verschenen:
 betrokkene met haar hierboven genoemde advocaat;
 [naam verpleegkundige] , sociaal-psychiatrisch verpleegkundige, verbonden aan Antes.
1.2.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtigin
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een paranoïde psychose in het kader van schizofrenie met debuut op late leeftijd, met respons op medicatie, maar geen remissie.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van haar psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. Betrokkene is op late leeftijd in een psychose terechtgekomen. Zij is sindsdien enkele keren met ontslag gegaan na stabilisatie maar stopte dan direct met het nemen van medicatie met nieuwe decompensatie tot gevolg. Betrokkene is erg angstig en achterdochtig en ten tijde van een psychose neemt de achterdocht sterk toe. Dit heeft er vorig jaar toe geleid dat betrokkene ondervoed raakte omdat zij van mening was dat een bende haar huis was binnengedrongen en haar bankpas in handen had gekregen waardoor ze geen boodschappen kon doen. In verband met haar slechte voedingstoestand is zij eerst opgenomen in een algemeen ziekenhuis. Elke nieuwe psychose maakt de kans op succesvolle behandeling kleiner en de psychische schade bij betrokkene groter. Betrokkene is op leeftijd, is zorgmijdend en heeft geen sterk steunsysteem; wel is zij in staat om thuis zorg te ontvangen en verder te stabiliseren als zij haar medicatie blijft nemen.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
De rechtbank volgt de advocaat van betrokkene niet in zijn verweer dat betrokkene, gelet op het door haar opgestelde plan van aanpak, bereid is de noodzakelijke zorg te aanvaarden.
De behandelaar geeft tijdens de mondelinge behandeling aan dat er wel degelijk sprake is van verzet en dat de intrinsieke behandelmotivatie bij betrokkene ontbreekt. Betrokkene heeft weinig ziekte-inzicht en ontkende tot voor kort alles wat er is gebeurd. Tijdens de mondelinge behandeling wil betrokkene hier ook niet over spreken en volstaat met de opmerking dat ze alleen naar de toekomst wil kijken. Ze is vorig jaar twee keer vrijwillig met ontslag gegaan, waarna het weer snel misging omdat betrokkene direct stopte met haar medicatie. De behandelaar geeft verder aan dat betrokkene de neiging heeft om sociaal wenselijke antwoorden te geven, om een rechtelijke machtiging te kunnen voorkomen, maar dat de angst en achterdocht bij haar nog steeds aanwezig zijn.
Gelet hierop is verplichte zorg nodig.
Ten aanzien van de verzochte verplichte zorg overweegt de rechtbank als volgt. Uit de toelichting van de wetgever blijkt dat in een zorgmachtiging sprake kan zijn van drie gradaties van verplichte zorg. Allereerst kan de reguliere verplichte zorg worden opgenomen in de zorgmachtiging waarvan de zorgverantwoordelijke steeds gebruik mag maken. Ten tweede kan in de zorgmachtiging worden opgenomen welke zorg in crisissituaties mag worden gegeven – niet te verwarren met verplichte zorg in noodsituaties. Verplichte zorg in noodsituaties komt immers op de derde plaats in het drietrapsmodel. Wanneer de zorgmachtiging niet in de noodzakelijke zorg voorziet, kan in noodsituaties verplichte zorg worden verleend voor drie dagen, waarna een wijzigingsverzoek kan worden gedaan door de officier. Per geval moet worden beoordeeld welke verplichte zorg continu gegeven mag worden, welke zorg in crisissituaties gegeven mag worden en welke zorg niet wordt opgenomen in de zorgmachtiging en waar slechts in noodsituaties gebruik van mag worden gemaakt.
‘Reguliere verplichte zorg’
De rechtbank acht de volgende vormen van verplichte noodzakelijk gedurende
zes maanden:
 het toedienen van medicatie, meer specifiek 3 mg. Risperidon, dagelijks inname onder toezicht van Laurens, en het verrichten van medische controles, meer specifiek maandelijks een gewichtscontrole;
 tijdens de mondelinge behandeling is besproken dat het ook noodzakelijk is dat betrokkene zich houdt aan de gemaakte afspraken met het FACT-team, in de vorm van wekelijkse behandelgesprekken. Deze vorm van zorg valt blijkens de toelichting op de wet (zie Kamerstukken II 2015-2016, 32.399, nr. 25 blz. 157) onder het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen; Deze vorm van zorg is niet verzocht omdat er abusievelijk van uit werd gegaan dat deze vorm van zorg valt onder medische controles. Gelet op de toelichting tijdens de mondelinge behandeling, alsmede de onderbouwing van de noodzaak van begeleiding door het FACT-team in het zorgplan, is de rechtbank van oordeel dat in afwijking van de medische verklaring en het verzoek van de officier, het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen, noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank bepaalt met toepassing van artikel 6:4 lid 2 Wvggz dat het zorgplan dienovereenkomstig moet worden gewijzigd.
‘Verplichte zorg in crisissituaties’
In crisissituaties mag binnen de komende zes maanden gebruik worden gemaakt van de volgende vormen van verplichte zorg:
 het opnemen in een accommodatie, met als doel een kortstondige opname ten behoeve van het opnieuw instellen op medicatie.
het beperken van bewegingsvrijheid. Hoewel deze vorm van verplichte zorg niet is verzocht, zal de rechtbank deze vorm van verplichte zorg met toepassing van artikel 6:4 lid 2 Wvggz ambtshalve verlenen omdat deze noodzakelijk is tijdens een klinische opname. De rechtbank bepaalt met toepassing van artikel 6:4 lid 2 Wvggz dat het zorgplan dienovereenkomstig moet worden gewijzigd.
Bij betrokkene kan een
crisissituatieals volgt worden gedefinieerd. Wanneer betrokkene haar medicatie niet meer accepteert en een decompensatie met daaruit voortvloeiend ernstig nadeel dreigt, is het noodzakelijk om betrokkene weer goed in te stellen op medicatie. Dan mag betrokkene worden opgenomen op een gesloten afdeling van een psychiatrisch ziekenhuis, Anders dan de advocaat van betrokkene bepleit, zal de rechtbank geen maximum aan een klinische opname verbinden omdat de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling heeft benadrukt dat een klinische opname altijd zo lang als nodig maar zo kort als het kan zal plaatsvinden en bij betrokkene niet met zekerheid valt te zeggen hoe lang dit zal zijn.
Het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens verlangt altijd een onafhankelijk psychiatrisch onderzoek bij vrijheidsbeneming als deze. De nadere uitleg gegeven door het Europese Hof voor de Rechten van de Mens bepaalt dat een onafhankelijk psychiater dit moet uitvoeren op basis van actuele informatie en persoonlijk onderzoek (zie onder meer EHRM 24 september 1992, Herczegfalvy v. Austria, 10533/83, r.o. 63 en EHRM 5 oktober 2000, Varbanov v. Bulgaria, 31365/96, r.o. 47. In de praktijk betekent dit dat bij een vrijheidsbeneming van betrokkene na
drie maanden vanaf hedende zorgaanbieder uitvoering moet geven aan een onafhankelijk psychiatrisch onderzoek. Dat mag door de geneesheer-directeur plaatsvinden, mits hij niet bij de behandeling betrokken is. Een overleg met de geneesheer-directeur zoals de psychiater tijdens de zitting voorstelt, voldoet niet aan een persoonlijk onderzoek waarbij sprake moet zijn van een observatie en spreken met betrokkene in een direct contact.
‘Overige verzochte verplichte zorg ofwel verplichte zorg in noodsituaties’
De door de officier verzochte vorm van verplichte zorg, te weten het uitoefenen van toezicht, wordt door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat deze vorm alleen was verzocht om de inname van de medicatie door Laurens te kunnen verplichten; deze vorm van toezicht valt echter onder toedienen van medicatie.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 27 november 2020.
Deze beschikking is op 27 mei 2020 mondeling gegeven door mr. M.C. Woudstra, rechter, in tegenwoordigheid van mr. C.W. Wapenaar, griffier, en op 3 juni 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.