2.2.2.Ten aanzien van de verzochte verplichte zorg overweegt de rechtbank als volgt. Uit de toelichting van de wetgever blijkt dat in een zorgmachtiging sprake kan zijn van drie gradaties van verplichte zorg. Allereerst kan de reguliere verplichte zorg worden opgenomen in de zorgmachtiging waarvan de zorgverantwoordelijke steeds gebruik mag maken. Ten tweede kan in de zorgmachtiging worden opgenomen welke zorg in crisissituaties mag worden gegeven – niet te verwarren met verplichte zorg in noodsituaties. Verplichte zorg in noodsituaties komt immers op de derde plaats in het drietrapsmodel. Wanneer de zorgmachtiging niet in de noodzakelijke zorg voorziet, kan in noodsituaties verplichte zorg worden verleend voor drie dagen, waarna een wijzigingsverzoek kan worden gedaan door de officier. Per geval moet worden beoordeeld welke verplichte zorg continu gegeven mag worden, welke zorg in crisissituaties gegeven mag worden en welke zorg niet wordt opgenomen in de zorgmachtiging en waar slechts in noodsituaties gebruik van mag worden gemaakt.
‘Reguliere verplichte zorg’
De rechtbank acht de volgende vormen van verplichte noodzakelijk gedurende
zes maanden
het toedienen van medicatie, meer specifiek clozapine 1dd 300 mg, fluvoxamine
1 dd 25 mg, beide in te nemen onder toezicht van een begeleider van het BW,. Daarnaast maandelijks een depot xeplion (paliperidon) 75 mg. De medicatie en dosering kan in overleg met de behandelaar worden aangepast;
het verrichten van medische controles. meer specifiek laboratoriumonderzoek om de bloedspiegels te kunnen controleren;
het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen, meer specifiek het accepteren van wekelijkse behandelgesprekken met de ambulante behandelaren;
het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen, wekelijks bij verdenking.
‘Verplichte zorg in crisissituaties’
In crisissituaties mag binnen de komende zes maanden gebruik worden gemaakt van de volgende vormen van verplichte zorg voor de duur van maximaal
vier weken:
het beperken van de bewegingsvrijheid;
het insluiten;
het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
het onderzoek aan kleding of lichaam;
het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen;
het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
het opnemen in een accommodatie.
Bij betrokkene kan een
crisissituatieals volgt worden gedefinieerd. Wanneer betrokkene zich onttrekt aan zorg en/of behandeling en psychotisch decompenseert en ambulante zorg niet langer toereikend is om dit beeld te doorbreken. Dan mag betrokkene worden opgenomen op een gesloten afdeling van een psychiatrisch ziekenhuis.
Het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens verlangt altijd een onafhankelijk psychiatrisch onderzoek bij vrijheidsbeneming als deze. De nadere uitleg gegeven door het Europese Hof voor de Rechten van de Mens bepaalt dat een onafhankelijk psychiater dit moet uitvoeren op basis van actuele informatie en persoonlijk onderzoek (zie onder meer EHRM 24 september 1992, Herczegfalvy v. Austria, 10533/83, r.o. 63 en EHRM 5 oktober 2000, Varbanov v. Bulgaria, 31365/96, r.o. 47. In de praktijk betekent dit dat bij een vrijheidsbeneming van betrokkene na
drie maanden vanaf hedende zorgaanbieder uitvoering dient te geven aan een onafhankelijk psychiatrisch onderzoek. Dat mag door de geneesheer-directeur plaatsvinden, mits hij niet bij de behandeling betrokken is. Een overleg met de geneesheer-directeur zoals de psychiater tijdens de zitting voorstelt, voldoet niet aan een persoonlijk onderzoek waarbij sprake moet zijn van een observatie en spreken met betrokkene in een direct contact.