ECLI:NL:RBROT:2020:5470

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 juni 2020
Publicatiedatum
22 juni 2020
Zaaknummer
C/10/597600 / FA RK 20-3910
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot voortzetting crisismaatregel op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 4 juni 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De officier had verzocht om de voortzetting van de op 3 juni 2020 opgelegde crisismaatregel, die was ingesteld op basis van artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De betrokkene, die gediagnosticeerd is met een bipolaire stemmingsstoornis en momenteel een manische episode beleeft, vertoonde overlast en verzet tegen opname. Tijdens de mondelinge behandeling op 4 juni 2020 werd betrokkene telefonisch gehoord, samen met zijn advocaat en enkele zorgverleners. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, zoals vereist voor de voortzetting van de crisismaatregel. De rechtbank oordeelde dat de situatie niet zo ernstig was dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kon worden afgewacht. Daarom werd het verzoek van de officier van justitie afgewezen. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter H.C.A. de Groot en schriftelijk uitgewerkt op 15 juni 2020.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/597600 / FA RK 20-3910
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 4 juni 2020 betreffende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
verblijvende in Parnassia Groep aan de Poortmolen 121, 2906 RN te Capelle aan den IJssel,
advocaat mr. A. Rhijnsburger te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 3 juni 2020, heeft de officier verzocht om voortzetting van de op 3 juni 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 3 juni 2020;
  • de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater 1] , psychiater, van 2 juni 2020;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • de relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 4 juni 2020.
Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
 betrokkene in het bijzijn van [naam arts] , arts, en [naam psychiater 2] , psychiater;
 de hiervoor genoemde advocaat van betrokkene.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Betrokkene is gediagnosticeerd met een bipolaire stemmingsstoornis en beleeft momenteel een manische episode. Volgens de medische verklaring heeft de ambulant behandelaar meegedeeld dat er klachten zijn van buurtbewoners over overlast mede door het excessief verzamelen van spullen ook door ’s nachts gillen en slaan op schuttingen. Familieleden van betrokkene worden via de voicemail bedreigd en hebben sinds januari geen contact meer met betrokkene. Ook zijn er klachten van personeel van Parnassia Groep aan de locatie Poortmolen die worden bedreigd. Er loopt een aanvraag voor een zorgmachtiging.
De woning van betrokkene blijkt vol te staan met spullen en rariteiten. Betrokkene deed de deur niet open voor de politie en verzet zich in eerste instantie tegen de opname nadat volgens een politiemutatie: “de deur is eruit geramd door de politie”. Ook stond betrokkene aanvankelijk te tieren achter een de deur die deels gebarricadeerd leek. Daarna is er, zo melden de politiemutaties, geen sprake meer van verzet zodra de politie het huis van betrokkene is binnengekomen.
Tijdens de mondelinge behandeling geeft betrokkene aan dat de spullen in zijn huis afkomstig zijn uit een opslagplaats, en dat een nieuwe opslagplaats wordt gevonden. Betrokkene is een verzamelaar. Blijkens de stukken en ter mondelinge behandeling toegelicht was het oorspronkelijke plan om een zorgmachtiging aan te vragen voor betrokkene. Voor een voorzetting van de crisismaatregel moet onder meer volgens de wet sprake zijn van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel en een crisissituatie die dermate ernstig is dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht, zoals omschreven in artikel 7:1 lid 1 sub a jo. 7:1 lid 1 sub b Wvggz. Volgens de stukken zou er sprake zijn van een plotselinge escalatie. Waaruit deze escalatie dan feitelijk zou bestaan wordt in de stukken niet onderbouwd. Ook tijdens de mondelinge behandeling bleef een nadere onderbouwing uit. Met de advocaat is de rechtbank daarom van oordeel dat er geen sprake van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel en een crisissituatie die dermate ernstig is dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht, zoals omschreven in artikel 7:1 lid 1 sub a jo. 7:1 lid 1 sub b Wvggz.
2.2.
Gelet op het voorgaande wordt het verzoek afgewezen.

3..Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek af.
Deze beschikking is op 4 juni 2020 mondeling gegeven door mr. H.C.A. de Groot, rechter, in tegenwoordigheid van mr. C.W. Wapenaar, griffier, en op 15 juni 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.