Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 28 augustus 2019,
- de akte met producties, met producties 1 tot en met 3c,
- de incidentele conclusie houdende onbevoegdheid, met producties 1 tot en met 4,
- de conclusie van antwoord in het bevoegdheidsincident,
- de in overleg met partijen schriftelijk gehouden pleidooien in het bevoegdheidsincident, in eerste termijn op 27 mei 2020 en in tweede termijn op 10 juni 2020, zoals blijkend uit de aan weerszijden overgelegde pleitaantekeningen voor iedere termijn.
2..De feiten waarvan in het incident wordt uitgegaan
wheat bran’. UAL was daarbij in de veronderstelling dat Dumar optrad als
brokervoor Marine International in Senegal (hierna: MIS), die UAL als reisbevrachter beschouwde.
3..Het geschil
- voor recht verklaart dat Dumar aansprakelijk is jegens UAL voor alle gevolgen van de problemen bij de bevrachting van de ‘ [naam schip] ’ en al hetgeen daarmee samenhangt en gehouden is om UAL te vrijwaren en schadeloos te stellen,
- Dumar veroordeelt om aan UAL alle schade te vergoeden die UAL in dit verband heeft geleden, en/of
- in goede justitie een andere beslissing neemt,
- steeds met veroordeling van Dumar in de proceskosten.
4..De beoordeling in het incident
een schriftelijke overeenkomst, zijnde een compromissoir beding in een overeenkomst of een akte van compromis, ondertekend door partijen of vervat in gewisselde brieven of telegrammen’.
chartertussen haar en UAL aanduidt, wijst niet op een tussen UAL en Dumar als contractspartijen gesloten
charter partyof (een daarvan deel uitmakende) arbitrageovereenkomst. Dumar beroept zich op haar productie 2, twee e-mails van Dumar aan UAL waarin Dumar vraagt om een bevestiging dat de navolgende
recapakkoord is:
recapniet dat deze strekt tot het sluiten van een bevrachtingsovereenkomst tussen UAL als vervrachter en Dumar als bevrachter. De
recapleest veeleer als samenvatting van een tussen UAL en MIS te sluiten bevrachtingsovereenkomst waarin Dumar zichzelf opvoert als partij aan wie commissie toekomt, niet als wederpartij van de vervrachter. Waar geen charterovereenkomst met UAL is gebleken, kan niet licht worden aangenomen dat UAL zich desondanks tot arbitrage als vermeld het Gencon-formulier heeft verbonden. Er zijn geen aanwijzingen gesteld of gebleken voor een separaat gesloten arbitrageovereenkomst.
fixtureis niet van belang, nu niet is gesteld of gebleken dat UAL hiermee bekend was.
gewisselde brieven of telegrammen’ bedoeld in artikel II lid 2 Verdrag van New York, dan nog de door Dumar ingeroepen stukken niet voldoen aan de eisen van die bepaling.
5..De beslissing
12 augustus 2020voor het nemen van een conclusie van antwoord door Dumar,