Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 26 april 2018;
- de akte overlegging producties, met producties 1 tot en met 9;
- de betekeningsstukken;
- de conclusie van antwoord;
- de oproepingsbrief van deze rechtbank van 6 februari 2019;
- de brief van 21 maart 2019 van mr. Roos, met producties 10 tot en met 27;
- de brief van 5 april 2019 van mr. Roos, met een aangepaste inventarisstaat van de producties, producties 28 tot en met 32 en de aantekeningen ten behoeve van de comparitie;
- de brief van deze rechtbank van 18 april 2019;
- de aanvullende comparitieaantekeningen van mr. Roos;
- de comparitieaantekeningen van mr. Van Leeuwen;
- het proces-verbaal van comparitie van 27 mei 2019;
- het faxbericht van mr. Van Leeuwen van 18 juni 2019, houdende de mededeling dat partijen nog in bespreking zijn over het treffen van een regeling;
- de brief van 20 juli 2019 van mr. Roos, houdende opmerkingen over het proces-verbaal.
2.De feiten
- de schuldvraag: wie is aansprakelijk voor de aanvaring tussen de Sichem Anne en de Margreta?
- voor het zakenfonds van de Sichem Anne: Kan de Sichem Anne haar aansprakelijkheid voor de regresvordering die de Margreta bij de vereffenaar in het zakenfonds heeft ingediend voor de kosten van de berging van de Margreta en haar lading beperken door het zakenfonds of gaat het hierbij om een vordering als bedoeld in artikel 8:752 lid 1 sub d en/of e BW-oud waarvoor de Sichem Anne haar aansprakelijkheid slechts kan beperken door het stellen van een wrakkenfonds?
verklaart voor recht:
- a)
- b)
Al deze omstandigheden in aanmerking nemende is de rechtbank van oordeel dat een hulploon van € 250.000,00 voor de door BST, Muller en Jongen verrichte hulp met gunstig gevolg redelijk en billijk is. Op dit bedrag strekt in mindering het bedrag van € 116.118,33 dat door EFM reeds ter zake van de door BST, Muller en Jongen verrichte diensten is voldaan, alsmede het bedrag van
3.Het geschil
4.De beoordeling
vermindering van eis
het vlot trekkenvan de Margreta en de kosten voor
het bergen van de lading(door EOC in de dagvaarding tezamen aangeduid als ‘opruimingskosten’) voor vergoeding in aanmerking. Ook de rechtbank zal deze kosten hierna kort weg aanduiden als ‘opruimingskosten’.
een ruime uitlegtoekomt. Het gaat hierbij om
alle vorderingendie zijn ontstaan
terzake van/met betrekking tot (“in respect of”)het vlotbrengen, verwijderen, vernietigen of onschadelijk maken van een gezonken, vergaan of gestrand of verlaten zee- of binnenschip of de zaken aan boord daarvan, alsmede alle vorderingen terzake van het verwijderen, vernietigen of onschadelijk maken van de lading van het zeeschip. Anders dan TTM betoogt, laten de woorden “
met betrekking tot” toe dat ook na de berging gemaakte kosten onder omstandigheden voor vergoeding in aanmerking kunnen komen. Zie ook het arrest Riad/Wisdom van de Hoge Raad van 2 februari 2018 (ECLI:NL:HR:2018:140) en de toelichting in 3.22 van de conclusie van de Advocaat-Generaal.
transport bakken en pompwerkzaamheden’ niet toewijsbaar zijn, nu die kosten na de berging zijn gemaakt en daarom in het zakenfonds vallen en dat diverse werkzaamheden geen resultaat hebben gehad en reeds daarom niet voor vergoeding in aanmerking komen.
Assistentie berging “Margreta” – 54,0 arbeid hand en span diensten” op de onderliggende factuur van [naam 2] van € 2.970 (overgelegd bij productie 10b) valt niet uit te sluiten dat hierin mogelijk (ook) betaling wordt gevorderd van werkzaamheden die geen resultaat hebben gehad. Dit geldt eveneens voor een onderdeel van de door VKV gefactureerde werkzaamheden. Uit de bijlage bij de factuur van VKV van 20 januari 2009 (overgelegd bij producties 10b en 25) staat onder meer een post omschreven als “DV BAKKEN - pompen 12/13-01 - 15,00 - € 150,00 - € 2.250”.
The Interests in both colliding vessels held each other responsible for the collision and the damages sustained thereby. Should any of the expenses and/or allowances taken up in General Average be wholly or partly recovered from the Interests in m.v. “Sichem Anne” due credit will be given to General Average Interests.”
5.De beslissing
DV BAKKEN - pompen 12/13-01 - 15,00 - € 150,00 - € 2.250”betrekking hebben op ‘verrichte werkzaamheden met een gunstig gevolg’;
11 tot en met 15, kosten hulpverleningscombinatie’) daadwerkelijk zijn gemaakt en vallen onder opruimingskosten;
Administratie handel en haven, afdeling planningsadministratie, kamer E13.31, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam, faxnummer 088-3610555- de namens haar te horen getuigen en de verhinderdagen van de getuigen, alle partijen en hun advocaten in de maanden
maart, april en mei 2020moeten opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zal worden bepaald;
Administratie handel en haven, afdeling roladministratie, kamer E12.55, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam, faxnummer 088-3610554- en aan de wederpartij moeten opgeven, waarna de verdere procesvoering zal worden bepaald;
Administratie haven en handel, afdeling planningsadministratie, kamer E12.43, Postbus 50954, 3007 BR Rotterdam, faxnummer 088-3610555- en de wederpartij moeten toesturen;