In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 21 augustus 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Gambling Star B.V. en haar huurders, waarbij de huurachterstand van meer dan 35 maanden aan de orde was. Gambling Star vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde, alsook betaling van achterstallige huur en vervallen rente. De gedaagden, waarvan één onder bewind stond, hebben verweer gevoerd en betwist dat de ontbinding en ontruiming gerechtvaardigd waren, gezien de omstandigheden van de huurder en de tijdige betalingen die sinds 2018 zijn gedaan.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een huurachterstand van € 25.095,00 was, maar heeft de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming afgewezen. De rechter oordeelde dat, hoewel er een aanzienlijke huurachterstand was, de huurder sinds 2018 zijn verplichtingen tijdig was nagekomen en dat de gevolgen van een ontruiming voor de huurder en de bewindvoerder onaanvaardbaar zouden zijn. De kantonrechter heeft Gambling Star in haar vordering jegens de huurder niet-ontvankelijk verklaard, maar heeft de bewindvoerder wel veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur en vervallen rente. De proceskosten zijn voor de gedaagde partij.