ECLI:NL:RBROT:2020:7723

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 augustus 2020
Publicatiedatum
2 september 2020
Zaaknummer
8396578 / CV EXPL 20-9009
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde factuur voor tandheelkundige behandeling

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 21 augustus 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen Famed B.V. en een gedaagde, die in persoon is verschenen. Famed B.V., een besloten vennootschap gevestigd te Amersfoort, heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde wegens een onbetaalde factuur voor een tandheelkundige behandeling die de gedaagde op 14 mei 2019 heeft ondergaan bij een kliniek. De factuur, gedateerd op 25 juli 2019, bedraagt € 139,85, en ondanks herhaalde aanmaningen heeft de gedaagde nagelaten deze te betalen. Famed heeft daarnaast aanspraak gemaakt op vervallen rente en buitengerechtelijke kosten, in totaal € 40,00.

De gedaagde heeft verweer gevoerd en gesteld dat hij de factuur nooit heeft ontvangen, maar de kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde de hoogte en verschuldigdheid van de factuur niet heeft betwist. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde erkent de behandeling te hebben ondergaan en dat hij op de hoogte was van openstaande facturen, waaronder een aanmaning die hij op 16 oktober 2019 heeft ontvangen.

De kantonrechter heeft de vordering van Famed toegewezen, inclusief de gevorderde buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 181,35, vermeerderd met wettelijke rente, en is ook in de proceskosten veroordeeld. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8396578 / CV EXPL 20-9009
uitspraak: 21 augustus 2020
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Famed B.V.,
gevestigd te Amersfoort,
eiseres,
gemachtigde: YARDS Deurwaardersdiensten B.V., te Almere,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats gedaagde] ,
gedaagde,
in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘Famed’ respectievelijk ‘ [gedaagde] ’.

1..Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het exploot van dagvaarding van 12 maart 2020, met producties;
  • de aantekeningen van de griffier van het mondelinge antwoord en het schriftelijk verweer van [gedaagde] ;
  • de conclusie van repliek, met producties;
  • de schriftelijk reactie van [gedaagde] .
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen, voor zover van belang, het volgende vast.
2.1.
[gedaagde] heeft op 14 mei 2019 een tandheelkundige behandeling ondergaan bij [kliniek] .
2.2.
[kliniek] heeft haar vordering overgedragen aan Famed.

3..De vordering

3.1.
Famed heeft bij dagvaarding gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen € 139,85 aan hoofdsom, € 1,50 aan vervallen rente en € 40,00 aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 139,85 vanaf 6 maart 2020 tot de dag der algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten vanaf de vijftiende dag na de datum van betekening van dit vonnis tot de dag der algehele voldoening.
3.2.
Aan haar vordering heeft Famed – zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang – het volgende ten grondslag gelegd.
3.2.1.
Famed heeft bij [gedaagde] voor de tandheelkundige behandeling die [gedaagde] heeft ondergaan bij [kliniek] een factuur d.d. 25 juli 2019 met factuurnummer [nummer] voor een bedrag van € 139,85 in rekening gebracht. [gedaagde] is, ondanks herhaalde aanmaning en sommatie, in gebreke gebleven met de tijdige en volledig voldoening van voornoemd bedrag.
3.2.2.
Door de wanbetaling van [gedaagde] zag Famed zich genoodzaakt haar vordering ter incasso uit handen te geven en buitengerechtelijke kosten te maken. Deze kosten van € 40,00 komen voor rekening van [gedaagde] .
3.2.3.
Voorts maakt Famed aanspraak op de wettelijke rente, waaronder een bedrag van € 1,50 aan vervallen rente berekend tot 6 maart 2020.

4..Het verweer

Het verweer van [gedaagde] strekt tot afwijzing van de vordering. Daartoe heeft hij – zakelijk weergegeven en voor zover thans van belang – aangevoerd dat hij de factuur d.d. 25 juli 2019, ondanks dat hij daar meerdere malen om heeft gevraagd, nooit heeft ontvangen.

5..De beoordeling

5.1.
[gedaagde] heeft de hoogte en de verschuldigdheid van de factuur d.d. 25 juli 2019 niet betwist. Het bedrag van € 139,85 zal dan ook aan hoofdsom worden toegewezen. Indien en voor zover [gedaagde] de factuur d.d. 25 juli 2019 niet heeft ontvangen, maakt dit het voorgaande niet anders. [gedaagde] heeft immers erkend dat hij de tandheelkundige behandeling heeft ondergaan. De enkele omstandigheid dat hij de factuur mogelijk niet heeft ontvangen, ontslaat hem niet van zijn betalingsverplichting jegens Famed. Bovendien was het bij [gedaagde] bekend dat hij nog een (of meerdere) openstaande facturen aan Famed verschuldigd was, nu [gedaagde] heeft erkend dat hij in ieder geval op 16 oktober 2019 een aanmaning van Famed heeft ontvangen waarin om betaling van de factuur werd verzocht.
5.2.
Famed maakt aanspraak op een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De vordering dient beoordeeld te worden aan de hand van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Famed, althans haar gemachtigde, heeft aan [gedaagde] een aanmaning verzonden, die voldoet aan de in artikel 6:96, lid 6 BW gestelde eisen. Nu [gedaagde] hieromtrent geen verweer heeft gevoerd, zal van de ontvangst van deze aanmaning door [gedaagde] worden uitgegaan. Daarnaast staat vast dat [gedaagde] niet binnen de in de aanmaning gestelde termijn tot volledige betaling van de gevorderde hoofdsom is overgegaan. Het gevorderde bedrag van € 40,00 aan vergoeding voor buitengerechtelijke kosten wordt dan ook toegewezen.
5.3.
De gevorderde vervallen wettelijke rente van € 1,50 zal als onweersproken en op de wet gegrond worden toegewezen. Ditzelfde geldt voor de gevorderde, nog te vervallen wettelijke rente over de hoofdsom.
5.4.
Voor zover [gedaagde] heeft bedoeld verweer te voeren tegen de proceskosten wordt als volgt overwogen. Vaststaat dat ten tijde van de dagvaarding een achterstand van € 139,85 bestond. Derhalve kan niet worden gezegd dat Famed nodeloos tot dagvaarden is overgegaan. Eveneens staat vast dat [gedaagde] een of meerdere aanmaningen van Famed, althans haar gemachtigde, heeft ontvangen, zodat van rauwelijks dagvaarden geen sprake is. [gedaagde] wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten.

6..De beslissing

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om aan Famed tegen kwijting te betalen € 181,35, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 139,85 vanaf 6 maart 2020 tot de dag van algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Famed vastgesteld op € 210,85 aan verschotten en € 72,00 aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.M. van Breevoort en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
37555