ECLI:NL:RBROT:2020:8540

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 september 2020
Publicatiedatum
30 september 2020
Zaaknummer
10/997516-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Klaagschrift tot opheffing beslag op sleepboot en teruggave aan klager

Op 8 juni 2020 is er een klaagschrift ingediend op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) door een klager die verzoekt om de opheffing van het beslag op een sleepboot en de teruggave daarvan. De zaak is op 11 september 2020 door de rechtbank Rotterdam in het openbaar behandeld. De klager, vertegenwoordigd door zijn raadsman mr. H.G. Ruis, stelt dat hij optreedt als gevolmachtigde van de eigenaar van de sleepboot, [naam bedrijf 2]. De officier van justitie, mr. K. Broere, heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van de klager in het beklag.

Het beslag op de sleepboot is gelegd op 14 februari 2020 onder de gezagvoerder [naam gezagvoerder] in het kader van strafzaken tegen twee buitenlandse vennootschappen, [naam bedrijf 1] en [naam bedrijf 2], die verdacht worden van illegale overbrenging van sloopschepen naar Turkije. De klager stelt dat de verbeurdverklaring van het schip niet redelijkerwijs kan worden verwacht, maar de rechtbank oordeelt dat de klager niet bevoegd is om namens de eigenaar op te treden. De volmacht die de klager aanvoert is verlopen en er is geen bewijs dat hij gerechtigd is om het klaagschrift in te dienen.

De rechtbank concludeert dat de klager niet-ontvankelijk is in zijn beklag, omdat hij niet kan aantonen dat hij bevoegd is om namens de eigenaar van de sleepboot op te treden. De beslissing is openbaar uitgesproken op 11 september 2020.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/997516-19
Raadkamernummer: [nummer]
Beschikking van de rechtbank Rotterdam, meervoudige raadkamer, op het klaagschrift van:

[naam klager] , klager,

geboren te [geboorteplaats klager] op [geboortedatum klager] ,
wonende te [woonplaats klager] , aan [adres klager] ,
raadsman mr. H.G. Ruis, kantoorhoudende te Meppel.

Procedure

Op 8 juni 2020 is op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) een klaagschrift ingediend.
Het klaagschrift is op 11 september 2020 door de raadkamer in het openbaar behandeld. De officier van justitie mr. K. Broere, de klager en zijn raadsman zijn gehoord.

Feiten

Op 14 februari 2020 is onder een ander dan de klager, te weten de gezagvoerder [naam gezagvoerder] , beslag gelegd op het motorschip [naam schip] . Het beslag is gelegd op grond van artikel 94 Sv en later ook op grond van 94a Sv.
Het is gelegd in het kader van de strafzaken tegen [naam bedrijf 1] ., gevestigd op de Maagdeneilanden (parketnummer 10/997504-20) en [naam bedrijf 2] , gevestigd in Panama (parketnummer 10/997505-20). Deze buitenlandse vennootschappen worden - kort samengevat - verdacht van de illegale overbrenging van drie sloopschepen naar Turkije. Bij alle drie de overbrengingen werd de [naam schip] als sleepboot gebruikt.

Standpunt klager en standpunt officier van justitie

Het klaagschrift strekt tot teruggave van het motorschip [naam schip] aan de klager.
Aangevoerd is dat hij onder meer optreedt als gevolmachtigde van de eigenaar van het schip, te weten [naam bedrijf 2] Het door hem ingenomen standpunt komt erop neer dat verbeurdverklaring van het schip redelijkerwijs niet kan worden verwacht, zodat het ook niet met dat doel in beslag had mogen worden genomen.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de klager in het beklag.

Ontvankelijkheid

Vooropgesteld wordt dat uitsluitend belanghebbenden zich op grond van artikel 552a Sv kunnen beklagen over inbeslagneming. De klager heeft gesteld dat hij gerechtigd is om namens de eigenaar van de [naam schip] in deze procedure op te treden en de teruggave van het schip te vorderen. De volmacht waaruit dit zou blijken, betreft evenwel een algemene volmacht die geldig was tot juni 2013. Deze volmacht is dus inmiddels geruime tijd verlopen. Ook anderszins blijkt niet dat de klager bevoegd is om namens de eigenaar het klaagschrift in te dienen. Dat de klager de afgelopen jaren gebruik heeft gemaakt van het schip maakt dat niet anders. Dit betekent namelijk niet dat hij ook bevoegd is om namens de eigenaar in rechte op te treden.
Gelet op het vorengaande zal de klager niet-ontvankelijk worden verklaard in het beklag.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart de klager niet-ontvankelijk in het beklag.
Deze beschikking is gegeven door mr. V.F. Milders, voorzitter,
en mrs. J. de Lange en W.M. Stolk rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.A. Koreneef, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 11 september 2020.