Op 23 juli 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. De zaak betreft een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis, specifiek schizofrenie en een stoornis in middelengebruik. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van de betrokkene leidt tot ernstig nadeel, waaronder het risico op ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. De betrokkene was niet bereid om zich te laten horen tijdens de mondelinge behandeling en heeft aangegeven niet aanwezig te willen zijn. De advocaat van de betrokkene heeft verklaard dat de betrokkene afwijzend stond tegenover de zitting.
De rechtbank heeft in haar beoordeling geconcludeerd dat de betrokkene verplichte zorg nodig heeft om ernstig nadeel af te wenden en zijn geestelijke gezondheid te stabiliseren. Er zijn geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis, aangezien de betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. De rechtbank heeft de verzochte vormen van verplichte zorg besproken en heeft besloten dat het toedienen van medicatie, medische controles, en andere therapeutische maatregelen noodzakelijk zijn. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor een periode van zes maanden, met ingang van de datum van de beschikking.
De beschikking is mondeling gegeven door rechter H.C.A. de Groot en is op 31 juli 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.