ECLI:NL:RBROT:2020:8600

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 april 2020
Publicatiedatum
30 september 2020
Zaaknummer
C/10/593890 / FA RK 20-2098
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam

Op 28 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie. De zaak betreft [naam betrokkene], geboren op [geboortedatum betrokkene], die thans verblijft in de Antes Ouderen Kliniek. De procedure is gestart met een verzoekschrift van de officier, ingekomen op 26 maart 2020, vergezeld van diverse bijlagen, waaronder medische verklaringen en zorgplannen. Vanwege de coronamaatregelen vond de tweede mondelinge behandeling telefonisch plaats, waarbij de betrokkene en zijn advocaat, mr. M.H. de Lange, aanwezig waren, evenals twee medische professionals van Antes.

De rechtbank heeft beoordeeld of voldaan is aan de criteria voor verplichte zorg zoals vastgelegd in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechter concludeerde dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een psychotische depressie en een neurocognitieve stoornis, en dat zijn gedrag leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige psychische schade. De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren.

De rechtbank verleent een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, tot en met 2 oktober 2020, en bepaalt dat de in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg kunnen worden getroffen. De beschikking is mondeling gegeven door mr. H.C.A. de Groot en schriftelijk uitgewerkt op 7 mei 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/593890 / FA RK 20-2098
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 28 april 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] , [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Antes Ouderen Kliniek, [verblijfadres betrokkene] , [verblijfplaats betrokkene] ,
advocaat mr. M.H. de Lange te Vlaardingen.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 26 maart 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door [naam 1] , psychiater, van 17 maart 2020;
 de zorgkaart van met bijlagen;
 het zorgplan van 28 januari 2020 met bijlagen;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
 het bericht dat er geen relevante politiegegevens of strafvorderlijke- en justitiële gegevens voor betrokkene zijn.
De tweede mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 28 april 2020. Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
 betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
 [naam 2] , arts, en [naam 3] , psychiater, beiden verbonden aan Antes.
1.2.
De officier is niet ter zitting telefonisch gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is. Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een psychotische depressie en een neurocognitieve stoornis.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op:
 levensgevaar;
 ernstig lichamelijk letsel;
 ernstige psychische schade;
 ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang;
 de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Betrokkene is na een verlaging van medicatie gedecompenseerd in een psychotische depressie. Hij kwam niet meer buiten en hij liet zijn vrouw met regelmaat ook niet naar buiten. In de thuissituatie was verder sprake van slechte persoonlijke verzorging en agitatie. Bovendien was betrokkene afwerend naar zijn andere familieleden. Hij verbood hen naar het huis van hem en zijn vrouw te komen. De arts verklaart ter zitting dat het toestandsbeeld van betrokkene verbetert door gebruik van medicatie. Wel is betrokkene nog somber, hetgeen betrokkene ook zelf ter zitting naar voren brengt. De arts verwacht dat betrokkene op termijn zal herstellen, maar op dit moment is de verbetering van betrokkene nog te pril om van stabilisatie te kunnen spreken.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint en de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring en hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is besproken blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren.
Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening tot en met 2 oktober 2020. Hieronder valt het toezicht door de ambulante hulpverleners, meer in het bijzonder door het FACT-team; Bij het bepalen van de termijn ermee is rekening gehouden dat de eerste mondelinge behandeling van het verzoek plaatsvond op 2 april 2020.
 het opnemen in een accommodatie tot en met 28 juli 2020. De toestand van betrokkene verbetert onder invloed van medicatie. Daarom wordt verplichte opname voor de gehele duur van de zorgmachtiging niet nodig geacht.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet is gebleken tijdens de mondelinge behandeling.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. Gezien de eerdere aangehouden mondelingen behandeling op 2 april 2020 zal de rechtbank de huidige zorgmachtiging met ingang van heden toewijzen tot en met 2 oktober 2020.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 2 oktober 2020;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 28 april 2020 mondeling gegeven door mr. H.C.A. de Groot, rechter, in tegenwoordigheid van V. Merkouris, griffier, en op 7 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.