Op 4 september 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een verzoek tot voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënt, ingediend door het CIZ. Het verzoekschrift was op 2 september 2020 ingekomen en bevatte diverse bijlagen, waaronder een beschikking van de burgemeester en een medische verklaring van een arts. Tijdens de mondelinge behandeling op 4 september 2020, die via beeld- en geluidverbinding plaatsvond, zijn de cliënt, zijn advocaat en zorgprofessionals gehoord. De cliënt gaf aan niet naar huis te willen en in het verpleeghuis te willen blijven. De verpleegkundig-specialist bevestigde dat er geen tekenen van verzet waren, maar dat dit altijd kon veranderen. De rechtbank concludeerde dat de cliënt vrijwillig in het verpleeghuis wilde verblijven en dat er niet voldaan was aan de voorwaarden voor verplichte zorg. Daarom werd het verzoek afgewezen. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter H.C.A. de Groot en op 10 september 2020 schriftelijk uitgewerkt.