ECLI:NL:RBROT:2020:9146

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 september 2020
Publicatiedatum
13 oktober 2020
Zaaknummer
C/10/603421 / FA RK 20-6700
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 4 september 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De officier verzocht om de voortzetting van de op 1 september 2020 opgelegde crisismaatregel, waarbij betrokkene, die in het Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam verblijft, niet in staat was om te worden gehoord. Tijdens de mondelinge behandeling werd vastgesteld dat betrokkene zich in een ernstige crisissituatie bevond, met symptomen van verward gedrag en een mogelijke psychose. De rechtbank oordeelde dat er onmiddellijk dreigend ernstig nadeel was, waaronder ernstige psychische schade en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank achtte het noodzakelijk om verplichte zorg toe te passen, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een periode van drie weken, tot en met 25 september 2020. Deze beschikking is mondeling gegeven door rechter H.C.A. de Groot en schriftelijk uitgewerkt op 14 september 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/603421 / FA RK 20-6700
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 4 september 2020 betreffende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] , [geboorteplaats betrokkene]
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam,
advocaat mr. W.H.J.W. de Brouwer te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 2 september 2020, heeft de officier verzocht om voortzetting van de op 1 september 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van
1 september 2020;
- de medische verklaring opgesteld door [naam 1] , psychiater, van
1 september 2020;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • de relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 4 september 2020. Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) via beeld- en geluidverbinding gehoord:
  • de advocaat van betrokkene;
  • [naam 2] , arts in opleiding tot psychiater.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.
1.4.
Bij aanvang van de zitting geeft de arts aan dat betrokkene zeer onrustig en angstig is en in de separeerruimte verblijft. De advocaat zegt dit beeld te herkennen van zijn bezoek aan zijn cliënt. Beiden geven aan dat er slecht contact mogelijk is met betrokkene. Vanwege het toestandsbeeld is betrokkene niet in staat zijn mening te geven over het verzoek. De rechtbank stelt daarom vast dat betrokkene niet in staat is zich te doen horen.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstige psychische schade, ernstige materiële schade, ernstige immateriële schade, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. Betrokkene is het laatste jaar gestopt met zijn studie en hij heeft financiële problemen vanwege betaalachterstanden. Betrokkene vertoont sinds enkele dagen verward gedrag. Hij slaapt nauwelijks, is zeer onrustig en er is moeilijk contact met hem te krijgen. Betrokkene heeft aangegeven stemmen te horen. Ook was hij thuis verbaal agressief richting zijn moeder. De moeder van betrokkene voelt zich hierdoor bedreigd. In de instelling word een katatoon mutistisch toestandsbeeld gezien en er is nog nauwelijks contact met hem te krijgen.
2.2.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van een (eerste) psychose.
2.3.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.4.
Op basis van de medische verklaring en de mondelinge behandeling, acht de rechtbank de volgende in de crisismaatregel genomen vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het insluiten;
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • het onderzoek aan kleding of lichaam;
  • het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedragsbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
  • het controleren op de aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • het beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
  • het opnemen in een accommodatie.
2.5.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.6.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.4. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 25 september 2020.
Deze beschikking is op 4 september 2020 mondeling gegeven door mr. H.C.A. de Groot, rechter, in tegenwoordigheid van M. Streefland, griffier en op 14 september 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.