ECLI:NL:RBROT:2020:9337
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.E. van Lunenberg
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een parkeervergunning voor een lease-auto op basis van niet-naleving van de voorwaarden
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 oktober 2020 uitspraak gedaan in een geschil over de afwijzing van een parkeervergunning voor een lease-auto. Eiseres, die een aanvraag had ingediend voor een bewonersparkeervergunning, kreeg deze geweigerd omdat het leasecontract niet op haar naam stond. De rechtbank oordeelde dat eiseres niet voldeed aan de voorwaarden voor het verkrijgen van de vergunning, zoals vastgelegd in het Uitvoeringsbesluit parkeren Rotterdam 2019. Eiseres had eerder bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar aanvraag, maar het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam verklaarde het bezwaar ongegrond. Eiseres stelde dat zij wel voldeed aan de voorwaarden, omdat zij in de sector woont waarvoor de vergunning was aangevraagd en het voertuig voor langere tijd was geleased. De rechtbank oordeelde echter dat de aanvrager ook de huurder of lessee van het voertuig moest zijn, en dat eiseres niet de kentekenhouder was. De rechtbank volgde het standpunt van verweerder dat er geen onbillijkheid van overwegende aard was die een afwijking van de regels rechtvaardigde. Bovendien oordeelde de rechtbank dat de hoorplicht niet was geschonden, omdat eiseres voldoende gelegenheid had gehad om haar standpunt naar voren te brengen. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en wees de verzoeken van eiseres af.