Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
[verzoekster] , h.o.d.n. [handelsnaam] , te [plaats 1] , verzoekster,
[verweerder] , verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Met toestemming van verzoekster zijn de verbalisanten naar de kelder gegaan. In de kelder waren twee ruimtes aanwezig. In het voorste gedeelte was een geïmproviseerde kapperszaak gerealiseerd. Het achterste gedeelte was door een deur afgesloten. Hierachter bevond zich een naai atelier. In dit naai atelier zagen de verbalisanten een negroïde man en een negroïde vrouw achter de naaimachines zitten. Zij gaven aan dat zij traditionele kledij aan het maken waren voor klanten. Zij konden zich niet legitimeren en zeiden dat ze asielzoekers waren. Zij gaven op te zijn genaamd, [naam persoon 1] en [naam persoon 2] . Beiden konden zich niet legitimeren. Vervolgens zijn ze naar buiten gegaan. (…)
nationaliteit Burger van [land] , Onbekend 9999, Zvwovp (Onbekend) (…)
nationaliteit Burger van [land] , [adres 3] , [postcode] [plaats 3] ,
telefoonnummer [gsm-nummer] ’’.
boeterapport 1), gedateerd
Omdat tijdens de controle van de ambtenaren van politie op 3 augustus 2018 bij de onderneming (…) de aangetroffen werknemers hun personalia hadden opgegeven en zij verklaarden burger van [land] te zijn, is niet artikel 15a van de Wav overtreden maar artikel 2, eerste lid, van de Wav. Dit houdt in dat er een nieuw boeterapport zal worden opgemaakt’.
boeterapport 2), gedateerd
op 3 augustus 2018 twee vreemdelingen, [naam persoon 2] en [naam persoon 1] , beiden Burger van [land] , arbeid liet verrichten, bestaande uit het maken van kleding voor klanten, zonder dat zij kon aantonen dat voor deze vreemdelingen tewerkstellingsvergunningen waren afgegeven of dat de vreemdelingen in het bezit waren van gecombineerde vergunningen voor werkzaamheden bij verzoekster.”
boeterapport 2).
Met verweerder is de voorzieningenrechter van oordeel dat er op zichzelf geen beletsel bestaat om bij eenzelfde feitencomplex een nieuw boeterapport op te maken wanneer eerder abusievelijk een verkeerde grondslag van een boete is gehanteerd.
Verweerder heeft bij brief van 25 juli 2018 aan verzoekster bericht dat de wettelijke grondslag van de overtreding wordt gewijzigd en verzoekster gelegenheid gegeven daarop te reageren. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft verweerder niet gehandeld in strijd met artikel 5:43 van de Awb.
Beslissing
wordt geschorst tot de datum van de beslissing op het bezwaar van verzoekster;
€ 1.050,-.