Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De procedure
- Lometi B.V.;
- Rijnland Gerechtsdeurwaarders & Incasso,
- verzoekster;
- mevrouw [persoon A] , werkzaam bij de Kredietbank Rotterdam (hierna: schuldhulpverlening).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 29 september 2021 uitspraak gedaan in een verzoek tot het opleggen van een dwangakkoord aan Lometi B.V. door verzoekster, die een schuldregeling heeft aangeboden aan haar schuldeisers. Verzoekster, die in financiële problemen verkeert, heeft op 22 juli 2021 een verzoek ingediend op basis van artikel 287a van de Faillissementswet, waarin zij een regeling voorstelt waarbij zij 1,94% van haar totale schuldenlast van € 90.323,00 aan haar zestien concurrente schuldeisers aanbiedt. Vijftien van de zestien schuldeisers hebben ingestemd met de regeling, maar Lometi B.V., met een vordering van € 8.108,20, heeft geweigerd in te stemmen, omdat zij het aangeboden bedrag te laag vond.
De rechtbank heeft de situatie beoordeeld en vastgesteld dat de vordering van Lometi B.V. slechts 9% van de totale schuldenlast vertegenwoordigt. De rechtbank oordeelde dat de belangen van verzoekster, die haar schuldenproblematiek wil oplossen, zwaarder wegen dan die van Lometi B.V. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat het voorstel goed gedocumenteerd is en dat verzoekster voldoet aan de werkverplichting van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de aangeboden regeling het uiterste is wat verzoekster kan bieden en dat de weigering van Lometi B.V. niet in redelijkheid kan worden gehandhaafd.
Daarom heeft de rechtbank Lometi B.V. bevolen in te stemmen met de schuldregeling en haar veroordeeld in de kosten van de procedure, die op nihil zijn begroot. Tevens is het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling afgewezen, omdat de rechtbank van oordeel is dat de gedwongen schuldregeling een gunstiger resultaat zal opleveren voor de schuldeisers. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en kan binnen acht dagen na de uitspraak worden aangevochten door degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent.