dhr. mr. M. Aukema

De rechtbank heeft de schuldsaneringsregeling van de schuldenaar met acht maanden verlengd, omdat hij niet aan zijn inspanningsplicht voldeed, maar inmiddels een fulltime baan heeft.

De rechtbank heeft het verzoek van mevrouw [verzoekster] tot toelating tot de WSNP toegewezen, maar zonder eerdere ingangsdatum. De rechtbank oordeelt dat de alternatieve verplichtingen niet vergelijkbaar zijn met de wettelijke verplichtingen.

De rechtbank heeft het verzoek van de heer [verzoeker] om toelating tot de WSNP toegewezen, maar geen eerdere ingangsdatum vastgesteld.

De rechtbank heeft het verzoek tot gedwongen schuldregeling afgewezen vanwege onvoldoende documentatie en inspanning van verzoekers.

De rechtbank heeft het verzoek van de heer [verzoeker] tot toelating tot de WSNP toegewezen en de ingangsdatum vastgesteld op 4 oktober 2024.

De rechtbank Rotterdam heeft op 19 juni 2025 het verzoek van de heer [verzoeker] tot toelating tot de WSNP toegewezen, ondanks eerdere schulden, op basis van de hardheidsclausule.

De rechtbank heeft een voorlopige voorziening toegewezen aan verzoekster voor zes maanden, zodat zij in haar huurwoning kan blijven, terwijl zij haar schuldenproblematiek aanpakt.

De rechtbank wijst het verzoek om een gedwongen schuldregeling af, omdat het aanbod onvoldoende gedocumenteerd is en niet het uiterste is waartoe verzoeker in staat moet worden geacht.

De rechtbank heeft het verzoek om een gedwongen schuldregeling afgewezen vanwege onvoldoende documentatie en controleerbaarheid van het aanbod.

De Rechtbank Rotterdam heeft op 18 juni 2025 geoordeeld dat een tegemoetkoming van het Schadefonds Geweldsmisdrijven in de boedel valt en niet buiten de boedel kan worden gehouden.

De rechtbank heeft het homologatieverzoek van [verzoekster] goedgekeurd, ondanks enkele onregelmatigheden in de procedure. De nakoming van het akkoord is gewaarborgd en biedt een betere uitkomst dan faillissement.

De Rechtbank Midden-Nederland heeft op 19 mei 2025 een beschikking gegeven over de homologatie van een akkoord, met een digitale zitting op 4 juni 2025.

Geschil tussen MKR Gevelelementen B.V. en [persoon A] over niet-voltooide werkzaamheden en gebreken. Rechtbank vraagt aanvullend deskundigenbericht voor verduidelijking.

De rechtbank heeft het verzoek tot afkondigen van een afkoelingsperiode afgewezen, omdat er geen voorbereiding van een akkoord was en verzoekster niet daadwerkelijk een akkoord beoogde.

Rechtbank Rotterdam wijst WSNP toe aan [verzoeker] voor achttien maanden, ondanks twijfels over goede trouw, met toepassing van hardheidsclausule.

De Rechtbank Rotterdam heeft op 2 april 2025 een verzoek tot toelating tot de WSNP toegewezen, maar laat het oordeel over eerdere verplichtingen over aan de rechter-commissaris.

Rechtbank Rotterdam wijst verzoek tot toelating tot WSNP toe, met toepassing van de hardheidsclausule. Ingangsdatum WSNP vastgesteld op 4 april 2025.

De rechtbank Rotterdam heeft de [verzoeker] toegelaten tot de WSNP met een ingangsdatum van 5 april 2023 en verlengt de regeling tot 5 september 2025.

De rechtbank heeft de heer [verzoeker] toegelaten tot de WSNP, maar het verzoek om een eerdere ingangsdatum is afgewezen wegens niet voldoen aan de inspanningsplicht.

Rechtbank Rotterdam wijst verzoek tot toelating WSNP toe, maar stelt ingangsdatum vast op 24 juni 2024. Bewindvoerder moet nakoming verplichtingen controleren.

De rechtbank Rotterdam wijst het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling af wegens niet te goeder trouw handelen van de verzoekster, die additionele inkomsten niet meldde.

Rechtbank Rotterdam wijst verzoek om eerdere ingangsdatum WSNP af, verzoekster voldoet niet aan inspanningsplicht.

De rechtbank wijst het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling af, omdat de heer [verzoeker] niet in een problematische schuldsituatie verkeert.

De rechtbank heeft het verzoek tot afkondiging van een afkoelingsperiode afgewezen omdat niet voldaan werd aan de vereisten van artikel 376 lid 4 Fw.

De rechtbank heeft de heer [verzoeker] toegelaten tot de WSNP, maar de aanvraag voor een eerdere ingangsdatum afgewezen. De ingangsdatum is vastgesteld op 10 februari 2025.

De rechtbank Rotterdam heeft op 10 februari 2025 de WSNP toegewezen aan mevrouw [verzoekster], maar de aanvraag voor een eerdere ingangsdatum afgewezen vanwege onvoldoende bewijs van het voldoen aan verplichtingen.

De rechtbank heeft de wettelijke schuldsaneringsregeling toegewezen aan mevrouw [verzoekster], met een ingangsdatum van 10 januari 2024 en een einddatum van 10 juli 2025.

De rechtbank heeft het verzoek om een gedwongen schuldregeling afgewezen, omdat de aangeboden regeling niet voldeed aan de eisen en de belangen van de weigerende schuldeisers zwaarder wogen.

De Rechtbank Rotterdam heeft de heer [verzoeker] toegelaten tot de WSNP met een ingangsdatum van 27 juli 2024, na beoordeling van zijn schuldensituatie en goede trouw.

De rechtbank heeft het verzoek van de heer [verzoeker] om toelating tot de WSNP toegewezen en de ingangsdatum vastgesteld op 22 december 2023.

De Rechtbank Rotterdam homologeert een akkoord van een vereniging in het kader van de WHOA, na een positieve stemming onder schuldeisers en zonder afwijzingsgronden.

De rechtbank Rotterdam heeft een homologatiezitting bepaald voor een WHOA-zaak op 9 januari 2025, waarbij de zitting via videoverbinding zal plaatsvinden.

De rechtbank bevestigt de geldigheid van het testament van [persoon F] en oordeelt dat hij wilsbekwaam was. Vorderingen van [persoon C] en [persoon D] worden afgewezen.

De rechtbank heeft het verzoek tot faillietverklaring afgewezen wegens onvoldoende bewijs van de opeisbaarheid van de vordering van verzoekster.

De rechtbank wijst het verzoek van een vennootschap af om te verklaren dat zij niet is ontbonden na turboliquidatie. De vennootschap is wel ontbonden, en het verzoek tot herroeping van de ontbinding wordt ook afgewezen.

De rechtbank heeft de heer [nummer] toegelaten tot de WSNP en de ingangsdatum vastgesteld op 29 februari 2024, met een einddatum op 29 augustus 2025.

De rechtbank heeft de heer [verzoeker] toegelaten tot de WSNP, maar zijn verzoek om een eerdere ingangsdatum is afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing van de afdrachtverplichting.

De rechtbank heeft het faillissementsverzoek van de stichting BPL Pensioen en de stichting Colland Arbeidsmarkt afgewezen, omdat er onvoldoende zekerheid was over de vorderingen op de gerekestreerde.

De rechtbank Rotterdam wijst het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling af wegens onvoldoende bewijs van inspanning en arbeidsongeschiktheid.

Verzoeker vraagt om opheffing van faillissement en toepassing van schuldsaneringsregeling. De rechtbank wijst het verzoek toe en stelt de ingangsdatum van de WSNP vast op de datum van het vonnis.

De rechtbank heeft de heer [verzoeker] toegelaten tot de WSNP en de ingangsdatum vastgesteld op 30 januari 2024, ondanks eerdere schulden en een beroep op de hardheidsclausule.

De rechtbank weigert de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de schuldenares, omdat tekortkomingen niet verwijtbaar zijn.

Rechtbank Rotterdam wijst verzoek tot gedwongen schuldregeling toe, ondanks weigering van twee schuldeisers. Vonnis biedt verzoekster financiële oplossing.

Rechtbank Rotterdam wijst verzoek tot gedwongen schuldregeling toe, ondanks weigering van twee schuldeisers. Kostenprocedure voor hen vastgesteld op nihil.

De Rechtbank Rotterdam heeft op 22 augustus 2024 het verzoek van mevrouw [verzoekster] tot toepassing van de WSNP toegewezen, ondanks het ontbreken van goede trouw, omdat zij haar omstandigheden onder controle heeft gekregen.

Rechtbank Rotterdam wijst verzoek tot omzetting faillissement in schuldsaneringsregeling af wegens onvoldoende goede trouw en niet nakomen verplichtingen.

Verzoek tot omzetting faillissement in WSNP afgewezen; verzoekster voldoet niet aan goede trouw en informatieplicht.

De rechtbank heeft het faillissement opgeheven en de schuldsaneringsregeling toegewezen voor 36 maanden, met een ingangsdatum van 21 augustus 2024.

De rechtbank wijst het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling af wegens onvoldoende saneringsgezindheid en wanprestatie door verzoeker.

De rechtbank Rotterdam verklaart het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling niet-ontvankelijk, omdat de beschermingsbewindvoerder niet bevoegd is om dit verzoek zelfstandig in te dienen.