4.2.Chronologie feiten en omstandigheden
De volgende feiten en omstandigheden kunnen op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen als vaststaand worden aangemerkt.
Op 6 februari 2014 heeft [persoon A] , de broer van de verdachte, zich bij ISIS aangemeld als fighter (strijder). Hij was belast met het prepareren van explosieven en het voorbereiden van
zelfmoordaanslagen. Dit blijkt uit een aanmeldformulier van IS(IS) dat door lokale Syrische strijdgroepen in juli 2015 in een IS(IS) hoofdkwartier in Tal Abyad (Syrië) is gevonden.
Op 1 mei 2014 heeft de vader van de verdachte aan de wijkagent gemeld dat na zijn zoon [persoon A] nu ook zijn dochter [naam verdachte] (de verdachte) is afgereisd naar Syrië.
Op dat moment was via alle mediakanalen algemeen bekend dat ISIS een terroristische organisatie is. ISIS heeft kort daarna op 29 juni 2014 het kalifaat uitgeroepen dat zich uitstrekte van de Iraakse provincie Diyala tot Aleppo in Syrië. Tegelijk met het uitroepen van het kalifaat heeft ISIS zichzelf een nieuwe naam gegeven, kortweg Islamitische Staat (hierna: IS).
Op 9 mei 2014 heeft de vader van de verdachte aan de wijkagent gemeld dat de verdachte hem heeft doorgegeven dat zij niet voornemens is om terug te keren naar Nederland.
Op 15 mei 2014 heeft de vader van de verdachte per sms-bericht aan de wijkagent gemeld dat [persoon A] , zijn vrouw [persoon B] en de verdachte veilig zijn aangekomen in Jarabulus (Syrië) waar IS de baas is.
Op 11 juli 2014 heeft de verdachte, die dan inmiddels is getrouwd met een Tunesische man ( [naam 1] of [naam 2] ), haar vader bericht nooit meer terug te komen: “of overwinnen of sterven!!”.
Op 26 december 2015 heeft de vader van de verdachte een bericht van haar ontvangen dat zij en haar man ‘ [persoon E] ’ in Raqqa (Syrië) zijn en dat zij net hun nieuw aangeschafte auto, koelkast e.d. hadden ontvangen.
Op 19 april 2016 verbleven de verdachte, [persoon A] en [persoon B] volgens de familie in de buurt van Mosul (Irak).
Op 1 juni 2016 heeft de vader van de verdachte aan de wijkagent gemeld dat de verdachte kort geleden vanaf Raqqa is verplaatst naar een plaatsje 15 km verderop genaamd Al-Tabqah.
Op 21 augustus 2016 heeft [persoon A] via skype contact gezocht met zijn vader. Volgens de vader van de verdachte is ook [persoon A] samen met [persoon B] en hun zoontje verplaatst naar Al-Tabqah waar ook de verdachte en haar man verblijven.
Uit het dossier blijkt dat de steden Raqqa (hoofdstad van het kalifaat) en Al-Tabqah ten tijde van het verblijf van de verdachte, [persoon A] en [persoon B] aldaar, onder controle stonden van IS.
Op 13 januari 2017 stond in de Volkskrant dat IS-lid [naam IS-lid] (dit blijkt later [persoon A] te zijn) is overleden bij een bombardement van de coalitie in Mosul (Irak).
Op 26 februari 2017 belde de vader van de verdachte met de wijkagent dat hij zojuist van zijn dochter had vernomen dat [persoon A] door een vliegtuigbombardement zou zijn gesneuveld. Volgens hem zouden de verdachte, [persoon B] en zijn kleinzoon zich ongeschonden in Raqqa bevinden. [naam verdachte] zou inmiddels getrouwd zijn met een onbekende man die medicus is.
Raqqa stond medio januari 2017 onder controle van IS, de slag om Raqqa was in volle gang.
Op 18 februari 2018 bericht de vader van de verdachte dat zij alweer even is gescheiden van haar man. De verdachte blijft herhalen dat zij nooit meer zal en wil terugkeren naar Nederland. Zij is, volgens eigen zeggen, waar zij vindt dat zij moet zijn en ook blijft totdat zij uiteindelijk terugkeert bij haar (gesneuvelde) broer [persoon A] in het hiernamaals.
Op 29 april 2018 bericht de vader van de verdachte dat zij zich nog steeds in Syrië bevindt,
tegen de grens met Noord Irak. De verdachte is niet voornemens terug te keren, voorlopig zit zij goed en veilig.
Op 23 mei 2018 bericht [persoon C] , de zus van [persoon B] , aan de wijkagent dat de verdachte niet terug wil naar Nederland en dat zij inmiddels een baantje heeft gevonden bij een soort internetcafé.
Op 11 oktober 2018 bericht [persoon C] aan de wijkagent dat haar zus [persoon B] in Deir a Zor zou wonen en dagelijks van alle kanten wordt beschoten en gebombardeerd. Zij verblijft tussen IS strijders en hun vrouwen. Volgens [persoon B] zou de verdachte nog steeds dezelfde extremistische gedachten hebben.
Op 6 februari 2019 bericht de vader van de verdachte dat zij en [persoon B] zich bevinden in het laatste stukje gebied waar nog ongeveer 500 IS strijders heersen. Het gebied zou niet meer omtrekken dan +/- 12 km2 en geheel zijn omsingeld door onder meer Koerden, strijdkrachten van Assad en Syrische democratische strijdkrachten, de SOF. Volgens vader zitten ze in het oosten van Syrië, bij de grens met Irak.
Vanaf oktober 2018 komen steeds meer plaatsen in handen van de vijanden van IS, waardoor de verdachte blijkbaar genoodzaakt was te verhuizen. Het is hoogst waarschijnlijk dat de verdachte zich in februari 2019 ophield in de plaats Baghouz (Syrië), het laatst overgebleven bolwerk van IS. Baghouz is op 23 maart 2019 heroverd op IS. Blijkbaar kon de verdachte vluchten, want op 26 maart 2019 is zij aangekomen in een Koerdisch IS-kamp voor vrouwen in Al-Hawl.
In februari 2019 werd in het strijdgebied te Syrië en/of Irak een document veiliggesteld waaruit kon worden opgemaakt dat de familieleden van een gevangene, een martelaar of een vermiste, een financiële tegemoetkoming of toelage van IS tegemoet kon zien. Een van de beschreven personen op de lijst had als bijnaam ‘ [bijnaam verdachte] ’, die kon worden geïdentificeerd als de verdachte [naam verdachte] .
Op 2 maart 2019 heeft de vader van de verdachte aan de wijkagent bericht dat de verdachte had gevraagd wat haar in Nederland te wachten stond, mocht het lukken om terug te keren. De verdachte dacht dat zij misschien een levenslange gevangenisstraf zou krijgen en dat wilde zij niet.
Op 26 maart 2019 heeft de vader van de verdachte WhatsApp berichten gekregen dat de (derde) man van de verdachte een aantal dagen na het verlaten van het kalifaat is gedood door bombardementen.
Tijdens een uitzending van ‘De Wereld Draait Door’ kwam een journalist aan het woord die kort daarvoor was teruggekomen vanuit Baghouz in Syrië. Hij omschreef onder meer hoe de laatste IS strijders het gebied verlieten en hoe hun IS vrouwen door vrachtauto’s werden vervoerd naar verschillende Koerdische kampen. Hij toonde korte filmfragmenten. Tijdens een filmfragment spreekt hij heel kort met een in zwarte niqaab geklede IS vrouw. Te horen is dat hij haar in het Engels aanspreekt en vraagt:
“Do you still believe in Islamic State, the Caliphate?”
Daarop antwoordt de vrouw:
“Of course, how I don’t believe in it.”
Daarna gaat het gesprek verder in het Nederlands. De vader van de verdachte heeft emotioneel laten weten dat hij voor 100% zekerheid zijn dochter [naam verdachte] aan haar houding en stem herkent. De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat zij inderdaad degene is die in het filmfragment is te zien en te horen.
Op 14 oktober 2020 heeft de verdachte het kamp ontvlucht en met behulp van een smokkelaar/financier is zij vervolgens naar Ankara (Turkije) gereisd waar zij zich op 16 oktober 2020 bij de Nederlandse ambassade heeft gemeld.