ECLI:NL:RBROT:2021:10859
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke boete opgelegd aan houder van schapen wegens niet-vaccinatie tegen Q-koorts op locatie met publieksfunctie
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 12 november 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiseres, een houder van twee schapen, en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De eiseres kreeg op 17 mei 2019 een boete van € 2.500,- opgelegd wegens het niet vaccineren van haar schapen tegen Q-koorts, terwijl zij deze dieren hield op een locatie met een publieksfunctie. De minister verklaarde het bezwaar van eiseres tegen deze boete ongegrond in een besluit van 11 februari 2020. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij zij betoogde dat er geen sprake was van een overtreding omdat er geen direct contact tussen publiek en haar schapen mogelijk was. Tijdens de zitting op 18 augustus 2021 heeft de rechtbank de argumenten van beide partijen gehoord.
De rechtbank overwoog dat de bewijslast voor de overtreding bij het bestuursorgaan ligt, maar dat de eiseres zich als ondernemer ook had moeten informeren over de geldende voorschriften. De rechtbank concludeerde dat de locatie van eiseres, waar zij ook een Bed & Breakfast exploiteert, wel degelijk een publieksfunctie heeft en dat er mogelijkheden zijn voor bezoekers om in contact te komen met de schapen. De rechtbank oordeelde dat de opgelegde boete van € 2.500,- niet evenredig was en heeft deze gematigd tot € 625,-. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit voor wat betreft de hoogte van de boete en herroept het primaire besluit in zoverre. Tevens werd bepaald dat de minister het griffierecht van eiseres vergoedt en dat de proceskosten worden vergoed.
Deze uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van dierenhouders om zich te houden aan de wettelijke voorschriften, vooral wanneer zij dieren houden op locaties waar publiek toegang heeft. De rechtbank heeft de belangen van de volksgezondheid en de noodzaak van vaccinatie tegen Q-koorts in haar overwegingen meegenomen.