In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 11 november 2021 een beschikking gegeven inzake de verlening van een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie. Het verzoek was gebaseerd op een zelfbindingsverklaring van de betrokkene, die op 23 september 2020 was ondertekend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene, die lijdt aan een bipolaire stoornis, niet in staat is om vrijwillige zorg te accepteren en dat er ernstige risico's zijn voor haar welzijn en de veiligheid van anderen. Tijdens de mondelinge behandeling op 11 november 2021 is de betrokkene telefonisch gehoord, maar zij heeft zich beroepen op haar zwijgrecht. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de omstandigheden voor verplichte zorg aanwezig zijn, zoals beschreven in de zelfbindingsverklaring. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor een periode van acht weken, met ingang van de datum van de beschikking. De rechtbank heeft ook de specifieke vormen van verplichte zorg vastgesteld die noodzakelijk zijn om ernstig nadeel te voorkomen, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M.C. Woudstra en schriftelijk uitgewerkt op 17 november 2021. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.