ECLI:NL:RBROT:2021:11533

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 november 2021
Publicatiedatum
25 november 2021
Zaaknummer
C/10/628318 / FA RK 21-8359
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam

Op 11 november 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake een verzoek tot wijziging van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek is ingediend door de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam en betreft een betrokkene die momenteel verblijft in Yulius, locatie De Gantel te Sliedrecht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de zorgmachtiging van 7 juni 2021, die voor de duur van twaalf maanden was afgegeven, niet langer voldeed aan de behoeften van de betrokkene. De officier van justitie had verzocht om tijdelijke verplichte zorg, maar de rechtbank oordeelde dat onvoldoende was aangetoond dat er sprake was van een (dreigende) noodsituatie zoals bedoeld in artikel 8:11 Wvggz. De rechtbank heeft echter wel geconstateerd dat er behoefte was aan duidelijkheid over de maximale duur van een time-out opname in De Gantel. Daarom heeft de rechtbank besloten om de zorgmachtiging te wijzigen, zodat het beperken van de bewegingsvrijheid in de vorm van een time-out opname op een gesloten afdeling maximaal zeven dagen mag duren. De rechtbank heeft de wijziging toegewezen en de zorgmachtiging verlengd tot 7 juni 2022, terwijl het meer of anders verzochte is afgewezen. Deze beschikking is mondeling gegeven door rechter M.C. Woudstra en schriftelijk uitgewerkt op 17 november 2021.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/628318 / FA RK 21-8359
Referentienummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 11 november 2021 betreffende een wijziging van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 8:12 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene]
hierna: betrokkene,
wonende te [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Yulius, locatie De Gantel te Sliedrecht,
advocaat mr. R.L.I. Jansen te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 8 november 2021.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring van 5 november 2021;
  • het zorgplan van 6 mei 2021;
  • de aanvraag van de zorgverantwoordelijke van 5 november 2021;
  • het advies van de geneesheer-directeur van 5 november 2021.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op
11 november 2021. Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • betrokkene met haar hiervoor genoemde advocaat;
  • [persoon A] en [persoon B] , beiden verpleegkundig specialist, verbonden aan Yulius.
1.3.
De officier is niet tijdens de mondelinge behandeling verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte. De advocaat van betrokkene heeft een pleitnota overgelegd.

2..Beoordeling

2.1.
Ten aanzien van betrokkene is op 7 juni 2021 een zorgmachtiging afgegeven voor de duur van twaalf maanden. Daarbij is bepaald dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
  • het toedienen van medicatie;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het opnemen in een accommodatie, met haar hulphond volgens de gemaakte afspraken daarover tussen betrokkene en Yulius.
2.2.
Uit de aanvraag van de zorgverantwoordelijke, die door de geneesheer-directeur is ingediend vergezeld van zijn advies hierover, blijkt dat de in deze zorgmachtiging genoemde vormen van verplichte zorg niet (langer) volstaan, waardoor er sprake is van een (dreigende) noodsituatie als bedoeld in artikel 8:11 Wvggz.
In een eerdere beschikking van 24 juli 2020 was een time-out opname gedefinieerd als een opname van maximaal zeven dagen. In de lopende zorgmachtiging is hierover opgemerkt: “betrokkene heeft regelmatig een time-out nodig. Om de rust bij betrokkene terug te laten keren, wordt zij gedurende korte tijd overgeplaatst naar Yulius, locatie De Gantel.
Betrokkene verblijft al ruim drie weken, tegen haar wil, op het Centrum Spoedeisende Psychiatrie en de ontslagdatum is vastgesteld op 22 november 2021. Gezien de duur van de opname is de zorgverantwoordelijke van mening dat dit niet meer voldoet aan de beschrijving van korte tijd. Gezien deze eerdere expliciete specificatie, en de duur van de huidige opname wordt een wijziging van de zorgmachtiging verstandig geacht.
Betrokkene verblijft normaal gesproken op de open afdeling van Yulius aan de Wijnkoperstraat, maar zij is daar de afgelopen periode veelvuldig in crisis geweest, waarna volgens het zorgplan een time-out in De Gantel aangewezen was. Betrokkene heeft eerder aangegeven zich onveilig te voelen op de Wijnkoperstraat en het gesprek om te komen tot wat nodig is om die veiligheid te kunnen waarborgen is door diverse oorzaken nog niet voldoende tot stand gekomen. Om die reden is betrokkene nog niet teruggekeerd naar de Wijnkoperstraat. De onrust en crisis bij betrokkene is de laatste tijd mede veroorzaakt door de uitstel en de eerdere onduidelijkheid over de datum van terugkeer naar de Wijnkoperstraat.
2.3.
De rechtbank is met de advocaat van betrokkene van oordeel dat onvoldoende is geconcretiseerd en gemotiveerd dat van een (dreigende) noodsituatie als bedoeld in artikel 8:11 Wvggz sprake is, evenals dat daarvoor tijdelijk verplichte zorg nodig zou zijn geweest waarin de zorgmachtiging niet voorziet. De zorgverantwoordelijke heeft immers uitsluitend die vormen van verplichte zorg toegepast, die al zijn opgenomen in de zorgmachtiging.
De rechtbank is verder met de advocaat van oordeel dat onduidelijk is welke wijziging concreet wordt verzocht. Immers, wat wordt verzocht, te weten “om de verplichte zorgelementen voor de opname en de beperking van de bewegingsvrijheid af te geven voor de duur van de zorgmachtiging, lopende tot juni 2022” is door de rechtbank al toegewezen bij beschikking van 7 juni 2021. In zoverre is het verzoek dan ook niet toewijsbaar.
2.4.
Tijdens de mondelinge behandeling is echter gebleken dat alle partijen het erover eens zijn dat er duidelijkheid moet komen over de maximale duur van een time-out in De Gantel omdat hierover in de zorgmachtiging niets is opgenomen. Meer specifiek gaat het dan alleen om de vraag hoelang de beperking van de bewegingsvrijheid per time-out mag duren, omdat ook het verblijf in de Wijnkoperstraat onder opname in de accommodatie valt.
De rechtbank ziet hierin dan ook aanleiding om de zorgmachtiging op dit onderdeel te wijzigen.
2.5.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg nader clausuleren:
- het beperken van de bewegingsvrijheid, in de zin van een time-out opname op een gesloten afdeling van de accommodatie, mag per keer maximaal zeven dagen duren. Betrokkene moet uiterlijk op de zesde dag worden geïnformeerd over een eventuele verlenging van de time-out.
2.6.
Gebleken is dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn die hetzelfde met de zorgmachtiging beoogde effect hebben. De voorgestelde gewijzigde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van deze zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7.
Gelet op het voorgaande is met de voorgestelde wijziging voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. Het verzoek zal dan ook worden toegewezen, zoals hiervoor omschreven, onder afwijzing van het meer of anders verzochte.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
wijzigt de zorgmachtiging ten aanzien van 7 juni 2021 ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd, in die zin dat in aanvulling op de beschikking van 7 juni 2021, de daarin opgenomen vorm van verplichte zorg het beperken van de bewegingsvrijheid, als volgt wordt geclausuleerd:
- het beperken van de bewegingsvrijheid, in de zin van een time-out opname op een gesloten afdeling van de accommodatie, mag per keer maximaal zeven dagen duren. Betrokkene moet uiterlijk op de zesde dag worden geïnformeerd over een eventuele verlenging van de time-out;
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 7 juni 2022;
3.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 11 november 2021 mondeling gegeven door mr. M.C. Woudstra, rechter, in tegenwoordigheid van A. Dinzey, griffier, en op 17 november 2021 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.