ECLI:NL:RBROT:2021:1225

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 februari 2021
Publicatiedatum
17 februari 2021
Zaaknummer
10/754509-20
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van mensensmokkel na alternatieve scenario van verdachte

Op 3 februari 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensensmokkel. De zaak kwam voor de meervoudige kamer van de rechtbank, waar de verdachte, die op dat moment preventief gedetineerd was in de PI Rotterdam, werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. H.J. Andel. De officier van justitie, mr. M. al Mansouri, eiste een gevangenisstraf van veertien maanden, maar de rechtbank oordeelde anders.

De zaak draaide om een incident op 29 februari 2020, waarbij de Koninklijke Marechaussee tijdens een uitreiscontrole in Hoek van Holland een bus controleerde. In de laadruimte van de bus werden zes ongedocumenteerde personen aangetroffen, verstopt onder een bed. De verdachte was een van de inzittenden van de bus en werd samen met de andere passagiers aangehouden op verdenking van mensensmokkel.

De officier van justitie stelde dat de verdachte samen met de bestuurder van de bus had samengewerkt om de ongedocumenteerde personen naar Groot-Brittannië te smokkelen. De verdediging voerde echter aan dat de verdachte niet op de hoogte was van de aanwezigheid van de verstopt personen en dat hij geen betrokkenheid had bij de smokkel. De rechtbank oordeelde dat het alternatieve scenario van de verdachte niet onwaarschijnlijk was en dat zijn verklaring niet weerlegd kon worden door het dossier. Hierdoor kon niet onomstotelijk worden vastgesteld dat de verdachte schuldig was aan de tenlastelegging.

De rechtbank sprak de verdachte vrij van de beschuldigingen, omdat er onvoldoende bewijs was om de schuld te bewijzen. Dit vonnis werd uitgesproken door mr. P. Putters, voorzitter, en mrs. A. Hello en A.A. Kalk, rechters, in aanwezigheid van griffier D.J. Boogert.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/754509-20
Datum uitspraak: 3 februari 2021
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
zonder bekende feitelijke woon- of verblijfplaats,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd
in de PI Rotterdam, locatie Hoogvliet, te Rotterdam,
raadsman mr. H.J. Andel, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 20 januari 2021.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. M. al Mansouri heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het tenlastegelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van veertien maanden met aftrek van voorarrest.

4..Waardering van het bewijs

Inleiding
Uit de inhoud van het procesdossier en het onderzoek ter terechtzitting zijn de volgende feiten en omstandigheden komen vast te staan.
Op 29 februari 2020 om 13.03 uur was personeel van de Koninklijke Marechaussee werkzaam op de grensdoorlaatpost in Hoek van Holland. Zij waren bezig met een uitreiscontrole van verkeer, welke met de ferry van Stena Line naar Harwich in Groot-Brittannië wilde reizen. De Marechaussee controleerde een Mercedes Sprinter met het Roemeense kenteken [kentekennummer] . In de cabine van het voertuig zaten twee mannen en twee vrouwen. Een van de twee mannen was de verdachte, de andere man bestuurde de bus.
Op verzoek van de Marechaussee werd de achterzijde van de bus geopend. Bij controle van de laadruimte werden zes ongedocumenteerde personen aangetroffen die waren verstopt in een ruimte onder een bed dat was aangebracht in de cabine. De ingang van de ruimte onder het bed was bedekt door een flinke stapel tassen. De verdachte en de andere inzittenden zijn vervolgens aangehouden op verdenking van mensensmokkel.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie vindt wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich samen met een of meer anderen schuldig heeft gemaakt aan mensensmokkel en het uit winstbejag behulpzaam zijn bij het verschaffen van illegaal verblijf in Nederland en/of Groot- Brittannië. Daartoe is aangevoerd dat de verdachte zodanig nauw en bewust heeft samengewerkt met de bestuurder van de bus dat er sprake is geweest van medeplegen.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde. Daartoe is aangevoerd dat de verdachte van niets wist. De bestuurder van de bus heeft alleen gehandeld en hij heeft de verdachte niet ingelicht dat hij mensen zou gaan smokkelen. De verdachte heeft verklaard dat hij deze personen weliswaar heeft zien in- en uitstappen, maar dat hij van niets wist en niet heeft gemerkt dat zij toen zij uit de cabine stapten op een parkeerplaats daarna achterin de bus wederom zijn ingestapt en zich hebben verstopt in de ruimte onder het bed in de cabine. Hij heeft nog geïnformeerd waar deze personen naar toe gingen toen zij uitstapten en toen werd geantwoord dat zij met een andere auto zouden verder reizen. De verdachte heeft verklaard dat hij geen aanleiding had om hier aan te twijfelen. Pas bij de controle door de Marechaussee werd hij er mee geconfronteerd dat deze personen zich nog in de bus bevonden.
Beoordeling
De rechtbank is van oordeel dat het door of namens de verdachte aangevoerde alternatieve scenario niet onwaarschijnlijk is. De verklaring van de verdachte kan in ieder geval niet worden weerlegd door de inhoud van het dossier. Dit impliceert dat niet onomstotelijk kan worden vastgesteld dat de verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het ten laste gelegde , ook niet als medepleger. De verdachte zal daarom worden vrijgesproken.

5..Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

6..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. P. Putters, voorzitter,
en mrs. A. Hello en A.A. Kalk, rechters,
in tegenwoordigheid van D.J. Boogert, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Mrs. Hello en Kalk zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij,
in of omstreeks de periode van 28 februari 2020 tot en met 29 februari 2020 te
Hoek van Holland, gemeente Rotterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een ander of anderen, te weten zes, althans één of meer, personen met de
Iraakse nationaliteit, althans van buitenlandse afkomst,
-behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis
door Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie, en/of
Groot-Brittannië, zijnde een staat die is toegetreden tot het op 15 november
2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over
land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000
te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde
misdaad, en/of genoemde personen daartoe gelegenheid, middelen of
inlichtingen heeft verschaft,
en/of
-uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in
Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie, en/of
Groot-Brittannië, zijnde een staat die is toegetreden tot het op 15 november
2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over
land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000
te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde
misdaad,
door
- bovengenoemde personen in (een verborgen ruimte in de laadruimte van) een
busje (met kenteken [kentekennummer] ) te (laten) vervoeren door Nederland richting Hoek
van Holland om vervolgens de boot naar Groot-Brittanië te nemen, en/of
- een ticket aan te (laten) schaffen voor de ferry (Stena Line) van Hoek van
Holland naar Groot-Brittannië
en (aldus) de doorreis en/of het transport en/of toegang door/naar en/of het
verblijf in Nederland en/of Groot-Brittannië georganiseerd en/of gefaciliteerd en/of gecoördineerd,
terwijl hij, verdachte, en zijn mededader(s), wist(en) of ernstige redenen
had(den) te vermoeden dat die toegang of die doorreis of dat verblijf
wederrechtelijk was
en dit feit werd begaan in de uitoefening van zijn ambt of beroep als
internationaal vervoerder en/of internationaal handelaar.