ECLI:NL:RBROT:2021:1227

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 januari 2021
Publicatiedatum
17 februari 2021
Zaaknummer
10/750460-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in ontuchtzaak met minderjarige wegens gebrek aan bewijs

Op 20 januari 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van ontucht met een minderjarige. De zaak, geregistreerd onder parketnummer 10/750460-19, werd behandeld door een meervoudige kamer voor strafzaken. De officier van justitie, mr. M. al Mansouri, had gevorderd dat de verdachte schuldig werd bevonden en een gevangenisstraf van zes maanden zou krijgen, waarvan vijf maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

Tijdens de zitting werd het bewijs besproken, waarbij de verdachte verklaarde dat hij zich had laten aftrekken door de minderjarige. De rechtbank concludeerde echter dat er onvoldoende bewijs was om de tenlastelegging te ondersteunen. De rechtbank oordeelde dat de handelingen die de verdachte zou hebben verricht niet wettig en overtuigend bewezen konden worden.

Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van de tenlastelegging. De beslissing werd genomen door mr. P. Putters als voorzitter en mrs. A. Hello en A.A. Kalk als rechters, in aanwezigheid van griffier D.J. Boogert. Het vonnis werd openbaar uitgesproken op de datum die in de kop van het vonnis is vermeld.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/750460-19
Datum uitspraak: 20 januari 2021
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres verdachte],
raadsman mr. J.C Sneep, advocaat te Breda.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 20 januari 2021.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.
De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. M. al Mansouri heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het tenlastegelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren.

4..Vrijspraak

Op grond van het onderzoek op de terechtzitting en de inhoud van het dossier valt het bewijs te construeren dat de verdachte op 1 augustus 2019 ontucht heeft gepleegd met de in de tenlastelegging genoemde minderjarige. De verdachte heeft verklaard dat hij zich heeft laten aftrekken door de minderjarige. Naar het oordeel van de rechtbank is er echter geen bewijs dat de verdachte de in de tenlastelegging omschreven handelingen heeft verricht.
Het tenlastegelegde is dan ook niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.

5..Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

6..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. P. Putters, voorzitter,
en mrs. A. Hello en A.A. Kalk, rechters,
in tegenwoordigheid van D.J. Boogert, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij, op of omstreeks 1 augustus 2019 te Rotterdam, althans in Nederland,
ontucht heeft gepleegd met [naam slachtoffer], geboren op [geboortedatum slachtoffer],
die zich beschikbaar stelde tot het verrichten van een of meer seksuele
handelingen met een derde tegen betaling en die de leeftijd van zestien jaren
maar nog niet de leeftijd van achttien jaren had bereikt,
te weten het (meermalen) brengen en/of houden van zijn, verdachtes, penis in
de mond en/of vagina van die [naam slachtoffer].