Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[naam koeriersbedrijf] ,
1..Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift, tevens inhoudende een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening, met producties, ter griffie ontvangen op 14 september 2021;
- de brief van 3 november 2021, tevens inhoudende een tegenverzoek, met producties, aan de zijde van [verweerder] .
2..De feiten
8Tussentijdse opzegging arbeidsovereenkomst
[AFBEELDING WHATSAPP-GESPREK]
Geachte heer [verzoeker] ,
[ AFBEELDING WHATSAPP-GESPREK]
(…) De heer [verzoeker] heeft een arbeidsovereenkomst als oproepkracht voor bepaalde tijd in de functie van Chauffeur en pakketbezorger. De arbeidsovereenkomst was aangegaan voor de duur van acht maanden en zou eindigen op 31 oktober 2021. Deze arbeidsovereenkomst is op 12 augustus 2021 direct beëindigd omdat de heer [verzoeker] loog over zijn ziekteverzuim na zijn operatie bij de kaakchirurg, de heer [verzoeker] was tijdens zijn ziekteverzuim niet thuis, hij opzettelijk bedrijfsmateriaal heeft beschadigd, opzettelijk pakketten heeft beschadigd, opdrachten van directe leidinggevenden heeft geweigerd, hij heeft over de planken heen heeft geplast en de bus beschadigd heeft achtergelaten omdat hij deze niet goed heeft afgesloten. Bovendien heeft de heer [verzoeker] medewerkers bedreigd na zijn ontslag door te zeggen dat hij iedereen weet te vinden. De heer [verzoeker] was dus op 12 augustus niet ziek!
3..Het verzoek en de grondslag daarvan
primairhet niet rechtsgeldig gegeven ontslag op staande voet te vernietigen en
subsidiairhet niet rechtsgeldig gegeven ontslag te vernietigen;
primairvoor recht te verklaren dat [verzoeker] een arbeidsomvang heeft van 41,25 uur per week en
subsidiairvoor recht te verklaren dat [verzoeker] een arbeidsomvang heeft van 37,25 uur per week;
primair[verweerder] te veroordelen tot betaling van het salaris van [verzoeker] van € 1.995,00 bruto per maand inclusief zaterdagurentoeslag van € 114,00 vanaf 12 augustus 2021 tot het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig zal zijn geëindigd, te vermeerderen met de wettelijke verhoging, alsmede te vermeerderen met de wettelijke rente en
subsidiair[verweerder] te veroordelen tot betaling van het salaris van [verzoeker] van € 1.812,60 bruto per maand inclusief zaterdagurentoeslag van € 114,00 vanaf 12 augustus 2021 tot het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig zal zijn geëindigd, te vermeerderen met de wettelijke verhoging, alsmede te vermeerderen met de wettelijke rente;
primair[verweerder] te veroordelen tot betaling van het salaris van [verzoeker] van primair € 1.995,00 bruto per maand inclusief zaterdagurentoeslag van € 114,00 vanaf 12 augustus 2021 tot het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig zal zijn geëindigd, te vermeerderen met de vakantiebijslag en overige emolumenten vanaf 12 augustus 2021 tot het moment waarop de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig zal zijn geëindigd en
subsidiair[verweerder] te veroordelen tot betaling van het salaris van [verzoeker] van € 1.812,60 bruto per maand inclusief zaterdagurentoeslag van € 114,00 vanaf 12 augustus 2021 tot het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig zal zijn geëindigd, vermeerderd met de vakantiebijslag en overige emolumenten vanaf 12 augustus 2021 tot het moment waarop de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig zal zijn geëindigd en [verzoeker] in staat te stellen om de bedongen werkzaamheden te verrichten, onder verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag met een maximum van € 50.000,00, dat [verweerder] in gebreke blijft om [verzoeker] op te roepen en toe te laten om de bedongen werkzaamheden te verrichten.