Op 8 december 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven betreffende een zorgmachtiging voor een betrokkene, die lijdt aan cocaïneafhankelijkheid. De officier van justitie verzocht om verplichte zorg, waaronder beperkingen in de vrijheid van de betrokkene, om ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank constateerde dat de zelfbindingsverklaring van de betrokkene niet expliciet de gevraagde zorgvormen vermeldde, maar dat deze wel door de betrokkene en haar zorgverantwoordelijke beoogd waren. De rechtbank oordeelde dat de omstandigheden die verplichte zorg vereisen, zich voordoen, gezien de ernstige gevolgen van de cocaïneverslaving van de betrokkene, waaronder lichamelijke verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, met ingang van de datum van de beschikking, en bepaalde dat de maatregelen zoals opgenomen in de rechtsoverwegingen konden worden getroffen. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter M.C. Woudstra en is op 15 december 2021 schriftelijk uitgewerkt.