Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van de onder 1, 2, 3 en 4 primair ten laste gelegde feiten (te weten: voorhanden hebben van wapens, diefstal met geweld, openlijk geweld en poging toebrengen zwaar lichamelijk letsel);
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van dertig maanden met aftrek van voorarrest, waarvan twaalf maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden, en een alcoholverbod;
- tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 10-185913-19;
- oplegging van een schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer.
4..Waardering van het bewijs
dat hij de moeder van [naam broer verdachte] kent’ en ‘
dat zij op de [adres] in Dordrecht woont’. Het is de politie ambtshalve bekend dat met ‘ [naam broer verdachte] ’ wordt bedoeld: [naam broer verdachte] , die bij zijn moeder woont aan de [adres] te Dordrecht. Uit onderzoek is voorts gebleken dat de verdachte en [naam broer verdachte] dezelfde moeder hebben.
5..Strafbaarheid feiten
4..(primair)
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Vordering benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregel
9..Vordering tenuitvoerlegging
10..Toepasselijke wettelijke voorschriften
11..Bijlagen
12..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden;
groot 9 (negen) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van 2 december 2019 van de politierechter in deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke straf, te weten een
gevangenisstraf voor de duur van 1 (een) maand.