Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde feit;
- veroordeling van de verdachte tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van een maand, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarden een locatieverbod en een contactverbod;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van honderdvijftig (150) uren, bij niet naar behoren verrichten te vervangen door vijfenzeventig (75) dagen hechtenis.
4..Ontvankelijkheid officier van justitie
5..Geldigheid dagvaarding
6..Waardering van het bewijs
Je weet toch dat [naam persoon] mij mist en jou daarvoor gebruikt dom meisje, haha”.
7..Strafbaarheid feit
8..Strafbaarheid verdachte
9..Motivering straf
10..Vordering benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregel
11.. Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.. Bijlagen
13.. Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 1 (een) week;
taakstraf voor de duur van 80 (tachtig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
40 (veertig) dagen;
€ 336,61 (zegge: driehonderdzesendertig euro en eenenzestig cent), bestaande uit € 136,61 aan materiële schade en € 200,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 15 juni 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde] te betalen
€ 336,61(hoofdsom,
zegge: driehonderdzesendertig euro en eenenzestig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 juni 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 336,61 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
6 (zes) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;