In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, betreft het een bevoegdheidsincident tussen de besloten vennootschappen PRESSWOOD GROOTKEUKEN INDUSTRIE B.V. (hierna: PGI) en M&A SYSTEMS NEDERLAND B.V. (hierna: M&A). PGI heeft M&A gedagvaard voor de Rechtbank Rotterdam, terwijl M&A stelt dat de rechtbank onbevoegd is, omdat zij statutair gevestigd is in Amsterdam. M&A vordert dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart en PGI in de kosten van het incident veroordeelt. PGI voert verweer en stelt dat M&A ook een woonplaats in Rotterdam heeft, omdat haar enige vestiging daar is en de vorderingen van PGI betrekking hebben op aangelegenheden die deze vestiging betreffen.
De rechtbank heeft de procedure beoordeeld aan de hand van de relevante artikelen uit het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De rechtbank oordeelt dat, hoewel M&A statutair in Amsterdam is gevestigd, zij ook een woonplaats in Rotterdam heeft, omdat zij daar een kantoor heeft dat gebruikt wordt voor haar bedrijfsactiviteiten. De rechtbank wijst de incidentele vordering van M&A af en veroordeelt M&A in de proceskosten van PGI, die zijn begroot op € 563,00. De proceskostenveroordeling is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De zaak is vervolgens op 26 januari 2022 weer op de rol gezet voor conclusie van antwoord.