ECLI:NL:RBROT:2021:1884
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vermindering verhuurdersheffing en belanghebbendheid van bewoners
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 1 maart 2021 uitspraak gedaan in een geschil over de vermindering van de verhuurdersheffing. De zaak betreft de aanvragen van Stichting Vestia voor voorlopige investeringsverklaringen voor twee sloopprojecten. De eisers, bewoners van de te slopen woningen, hebben bezwaar gemaakt tegen de besluiten van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, waarin hun bezwaren kennelijk ongegrond zijn verklaard. De rechtbank heeft zich gebogen over de vraag of de eisers als belanghebbenden kunnen worden aangemerkt in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelt dat de eisers geen rechtstreeks belang hebben bij de besluiten van de minister, omdat het enkel gaat om een fiscaal voordeel voor de verhuurder, en niet om de toelaatbaarheid van de sloop zelf. De rechtbank concludeert dat de eisers niet als belanghebbenden kunnen worden aangemerkt en verklaart het beroep ongegrond. De uitspraak is gedaan door mr. F.P.J. Schoonen, rechter, en is openbaar gemaakt op dezelfde dag.