Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
B.V. Machinefabriek M.K.B.,
B.V. Machinefabriek M.K.B.,
1..De procedure
- de dagvaarding van 1 maart 2018, met producties 1 t/m 32;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 t/m 26;
- de akte houdende overleggen producties van de curator, met producties 33 t/m 53;
- de akte overlegging producties van [naam gedaagde] , met producties 27 t/m 37;
- de akte overlegging producties van de curator, met producties 54 t/m 63;
- de akte overlegging producties van [naam gedaagde] , met producties 38 en 39;
- de akte overlegging producties van de curator, met producties 64 en 65;
- de akte overlegging producties van [naam gedaagde] , met producties 40 en 41;
- het proces-verbaal van comparitie van 1 oktober 2019;
- het tussenvonnis (in de vorm van een brief) van 12 november 2019 van de rechtbank, waarbij een comparitie is gelast;
- de akte overlegging producties van [naam gedaagde] , met producties 42 t/m 60
- de akte overlegging producties van de curator, met producties 66 en 67;
- het proces-verbaal van comparitie van 9 juni 2020, en de daarin vermelde stukken, en met daarin vastgelegd het mondeling vonnis in incident, waarin [naam gedaagde] niet-ontvankelijk is verklaard in zijn vordering tot voeging/tussenkomst;
- de brief van mr. Soebhag van 26 juni 2020, met een reactie op het proces-verbaal;
- de brief van mr. Verheggen van 26 juni 2020, met een reactie op het proces-verbaal;
- de brief van mr. Verheggen van 2 juli 2020, met een reactie op de brief van mr. Soebhag van 26 juni 2020.
2..De feiten
de Aanvangsdatum”, van een aantal activa en passiva behorende tot de onderneming van: [naam bedrijf] , voornoemd, te dezen hierna te noemen: de “
Onderneming”, naar de toestand en, behoudens het hierna volgende, voor de waarde per één januari twee duizend tien. Hierna te noemen: “
de Balansdatum”, welke waarde zal blijken uit een per die datum door de Aandeelhouder op te maken en te ondertekenen beschrijving, waarop voormelde activa en passiva zullen worden opgenomen voor de waarde daaraan toe te kennen in het economisch verkeer. De onderneming hierna tevens te noemen: de “
Inbreng”. (…)
bijlage).
3..Het geschil
in de zaak 18-266
Primair
4..De beoordeling
in de zaak 18-266
1.970,50(3,5 punten × tarief € 563,00)
1.407,50(2,5 punten × tarief € 563,00)