1.3Op 15 januari 2019 heeft een toezichthouder van verweerder een aanhanger met het kenteken [kentekennummer] aangetroffen ter hoogte van de [adres 2] . De aanhanger is ook op de daarop volgende dagen door toezichthouders op die locatie aangetroffen. De laatste constatering was op 22 januari 2019. Van de constateringen zijn rapportages opgemaakt, op basis waarvan verweerder het primaire besluit heeft genomen.
2. Bij het bestreden besluit heeft verweerder het primaire besluit gehandhaafd. Verweerder stelt zich op het standpunt dat uit de stukken, waaronder de op ambtseed opgestelde rapportages, blijkt dat de aanhanger van eiser in de periode van 15 januari 2019 tot en met 22 januari 2019 is aangetroffen ter hoogte van de [adres 2] . Nu deze locatie is aangewezen als weg waarop het parkeren van aanhangers en dergelijke langer dan op drie achtereenvolgende dagen verboden is, is de dwangsom van € 1.250,- verbeurd.
3. Eiser stelt zich op het standpunt dat hij artikel 5:6 van de APV niet heeft overtreden en dat verweerder ten onrechte heeft bepaald dat er een dwangsom is verbeurd. Hij meent dat het Algemeen aanwijzingsbesluit gebied Feijenoord bij de APV Rotterdam 2012 (het Aanwijzingsbesluit) is genomen door een onbevoegd orgaan nu dit besluit is vastgesteld door de gebiedscommissie en niet door verweerder. Ook voert eiser aan dat er geen overtreding is van artikel 5:6 van de APV en van de last onder dwangsom omdat het gebied door de gebiedscommissie is aangewezen en niet door verweerder is aangewezen zoals in de last en in de APV is neergelegd. Hierdoor is er geen sprake van parkeren op een weg of weggedeelte die door verweerder is aangewezen. Verder meent eiser dat de last onder dwangsom niet voldoende duidelijk en concreet is. Hierdoor was het voor hem onduidelijk waar hij wel en waar hij niet kon parkeren. Ook betoogt eiser dat de wijkbeheerders onbevoegd waren ten tijde van het onderzoek omdat onduidelijk is waaraan zij hun bevoegdheid ontlenen. Eiser betwist dat de aanhanger op de foto’s aan hem toebehoort. Daarnaast is op basis van de foto’s van 18 en 21 januari 2019 niet te verifiëren of het hier gaat om een aanhanger met het kenteken [kentekennummer] . Eiser voert aan dat het kenteken van zijn aanhangwagen gestolen was en dat zijn aanhanger zich in de stalling bevond op de dagen waarop de overtreding heeft plaatsgevonden.
4. Op grond van artikel 125 van de Gemeentewet wordt de bevoegdheid tot oplegging van een last onder bestuursdwang uitgeoefend door het college, indien de last dient tot handhaving van regels welke het gemeentebestuur uitvoert.
Op grond van artikel 5:6, eerste lid, aanhef en onder b, van de APV is het verboden om een aanhangwagen te parkeren langer dan op drie achtereenvolgende dagen op door het college met het oog op de verdeling van beschikbare parkeerruimte aangewezen wegen of weggedeelten.
Op grond van artikel 5 van het Aanwijzingsbesluit wordt het gehele gebied Feijenoord aangewezen ter uitvoering van het bepaalde in artikel 5:6, eerste lid, aanhef en onder b, van de APV, waar het met het oog op de verdeling van beschikbare parkeerruimte verboden is een woonwagen, kampeerwagen, camper, caravan, magazijnwagen, aanhangwagen, keetwagen of ander dergelijk voertuig dat uitsluitend of mede voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebruikt, langer dan op drie achtereenvolgende dagen te parkeren.