Op 5 februari 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek tot zorgmachtiging werd ingediend door de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam op 21 januari 2021. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene, geboren op Curaçao, lijdt aan een psychische stoornis, waaronder schizofrenie en zwakbegaafdheid, en dat zijn gedrag leidt tot ernstig nadeel voor zichzelf en anderen. Tijdens de mondelinge behandeling op 5 februari 2021 zijn verschillende betrokkenen verschenen, waaronder de betrokkene zelf en zijn advocaat, alsook een verpleegkundig specialist en de officier van justitie.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn, omdat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg te accepteren. De rechtbank heeft geconcludeerd dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van twaalf maanden, met ingang van de datum van de beschikking. De rechtbank heeft ook de maatregelen voor verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid van betrokkene.
De beschikking is mondeling gegeven door rechter M.C. Woudstra en schriftelijk uitgewerkt op 11 februari 2021. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.