3.1.[persoon A] vordert om bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [persoon B] te veroordelen tot:
primair:
betaling van een bedrag van € 212.600,00 aan [persoon A] , dan wel een bedrag door u E.A. Voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen, te betalen binnen 14 dagen na het ten deze te wijzen vonnis;
betaling van een bedrag van € 6.600,00 in verband met de voorgeschoten hypotheeklasten, dan wel een bedrag door u E.A. Voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen, te betalen binnen 14 dagen na het ten deze te wijzen vonnis;
betaling van een bedrag van € 10.000,00 in verband met de uitgevoerde sloopwerkzaamheden, dan wel een bedrag door u E.A. Voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen, te betalen binnen 14 dagen na het ten deze te wijzen vonnis;
betaling van een bedrag van € 1.500,00 in verband met de uitgevoerde asbestsaneringswerkzaamheden, dan wel een bedrag door u E.A. Voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen, te betalen binnen 14 dagen na het ten deze te wijzen vonnis;
afgifte van de afrekening van de notaris en ook de afrekening van de hypotheekverstrekker, waar de overwaarde bij verkoop van de Onroerende Zaak op 16 februari 2021 uit blijkt, binnen 5 dagen na het ten deze te wijzen vonnis, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag voor iedere dag dat [persoon B] nalaat aan deze veroordeling te voldoen;
betaling van 50% van de uit de onder 5. gevorderde bescheiden af te leiden overwaarde na verkoop, waarbij uit dient te gaan van de verkoopprijs van € 630.600,00 en onder aftrek van het onder 1. gevorderde bedrag, dan wel een bedrag door u E.A. Voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen, te betalen binnen 14 dagen na het ten deze te wijzen vonnis;
subsidiair:
7. betaling van een voorschot ter hoogte van € 206.593,02 in verband met de door [persoon A] aan [bedrijf C] te betalen verbouwingskosten, dan wel een bedrag door u E.A. Voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen, binnen 14 dagen na het ten deze te wijzen vonnis;
8. afgifte van de afrekening van de notaris ter zake de levering van de Onroerende Zaak op 16 februari 2021, alsmede de afrekening van de hypotheekverstrekker na aflossing van de hypothecaire lening door [persoon B] , waar de overwaarde bij verkoop van de Onroerende Zaak op 16 februari 2021 uit blijkt, binnen 5 dagen na het ten deze te wijzen vonnis, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag voor iedere dag dat [persoon B] nalaat aan deze veroordeling te voldoen;
en voorts:
9. betaling van de kosten van dit geding, waaronder begrepen het salaris advocaat, alsmede, in het licht van HR 19 maart 2010, LJN BL1116, de nakosten ten bedrage van respectievelijk € 131,00 zonder betekening en € 199,00, in geval van betekening, indien en voor zover [persoon B] niet binnen de wettelijk vereiste termijn van twee dagen, althans binnen een door uw Rechtbank [gelezen als: u E.A. Voorzieningenrechter, opm. voorzieningenrechter] redelijk geachte termijn, na betekening aan het ten deze te wijzen vonnis heeft voldaan.