In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 19 maart 2021, heeft de kantonrechter uitspraak gedaan in een geschil tussen een besloten vennootschap, eiseres, en een gedaagde die in persoon procedeerde. Eiseres, een webwinkel gespecialiseerd in hockey gerelateerde artikelen, vorderde betaling van onbetaalde facturen ter hoogte van € 3.907,87, vermeerderd met wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde had in 2019 artikelen besteld en geleverd gekregen, maar was in gebreke gebleven met de betaling. Hij voerde aan dat zijn financiële problemen het gevolg waren van de coronamaatregelen, wat hem zou ontslaan van zijn betalingsverplichting. De kantonrechter oordeelde echter dat de gedaagde niet was vrijgesteld van zijn verplichtingen, aangezien de onbetaalde facturen al dateren van vóór de coronamaatregelen. De rechter wees de vordering van eiseres toe, inclusief de gevorderde rente en incassokosten, en veroordeelde gedaagde in de proceskosten. De kantonrechter benadrukte dat partijen de mogelijkheid hebben om in onderling overleg tot een oplossing te komen, ondanks de uitspraak.