ECLI:NL:RBROT:2021:3742

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 april 2021
Publicatiedatum
28 april 2021
Zaaknummer
C/10/616135 / FA RK 21-2631
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met psychische stoornissen

Op 16 april 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan betrokkene, die lijdt aan schizofrenie, een dwangstoornis en een autismespectrumstoornis. De officier van justitie had op 2 april 2021 een verzoekschrift ingediend, vergezeld van relevante medische documenten. Tijdens de mondelinge behandeling, die via beeld- en geluidverbinding plaatsvond, werd betrokkene gehoord, samen met zijn advocaat en behandelaars van Fivoor. De rechtbank concludeerde dat betrokkene ernstig nadeel ondervond door zijn psychische stoornissen, wat leidde tot agressief gedrag en een gebrek aan ziektebesef. De psychiater gaf aan dat betrokkene niet in staat was om voor zichzelf te zorgen en dat er geen mogelijkheden voor vrijwillige zorg waren. De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk was om de geestelijke en fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren. De zorgmachtiging werd verleend voor een periode van twaalf maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank wees andere verzochte vormen van zorg af, omdat deze niet voldoende gemotiveerd waren. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter M.C. Woudstra en schriftelijk uitgewerkt op 20 april 2021.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/616135 / FA RK 21-2631
Referentienummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 16 april 2021 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] , [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Fivoor, locatie Kijvelandsekade te Poortugaal,
advocaat mr. J. van den Ende te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 2 april 2021.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam 1] , psychiater, van 18 maart 2021;
  • de zorgkaart van 11 maart 2021;
  • het zorgplan van 16 maart 2021;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz; en
  • de relevante strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 16 april 2021.
Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) via beeld- en geluidverbinding gehoord:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam 2] , psychiater, en
  • [naam 3] , maatschappelijk werker en tevens behandelaar van betrokkene, beiden verbonden aan Fivoor.
1.3.
De officier is niet tijdens de mondelinge behandeling verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie, een dwangstoornis en een autismespectrumstoornis. Tevens is betrokkene bekend met een verstandelijke beperking.
2.2.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op, ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. Betrokkene kan zowel verbaal als fysiek agressief gedrag vertonen. Tijdens de mondelinge behandeling verklaart de psychiater dat zich meerdere agressie incidenten hebben voorgedaan tijdens eerdere opnames en de periode dat betrokkene zelfstandig woonde. Ook tijdens de huidige opname moet op onverwachte momenten worden ingegrepen omdat betrokkene agressief wordt. Betrokkene ervaart primitieve hallucinaties; zo hoort hij geluiden versterkt waartegen hij dwanghandelingen heeft ontwikkeld om dit tegen te gaan. Betrokkene formuleert en herhaalt dwangmatig zinnen. Volgens de psychiater gaat het inmiddels iets beter met betrokkene omdat de dosering van Clozapine is verhoogd en in combinatie met antidepressiva een betere werking heeft. Betrokkene heeft minder last van dwanghandelingen en er kan inmiddels worden gewandeld met betrokkene. Gelet op het moeizame verloop van de behandeling zal betrokkene langdurig moeten herstellen, aldus de psychiater. Het toestandsbeeld van betrokkene is enigszins stabiel, maar het herstel is nog heel fragiel. Momenteel is betrokkene niet in staat om voor zichzelf te zorgen. Er zal met betrokkene worden gezocht naar een geschikte begeleide woonvorm, bij voorkeur in de omgeving van zijn familie.
2.3.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint en de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.4.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Tijdens de mondelinge behandeling ontkent betrokkene te lijden aan een psychische stoornis waardoor hij zijn medicatie niet nodig heeft. Betrokkene wil alleen vitamine D en foliumzuur slikken. Betrokkene heeft geen ziektebesef en ziekte-inzicht. Bovendien heeft betrokkene nauwelijks motivatie voor behandeling. Om die reden is verplichte zorg nodig.
2.5.
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het insluiten;
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen; en
  • het opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, te weten vocht, voeding en het beperken van het recht op het ontvangen van bezoek worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd.
2.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van twaalf maanden met ingang van vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.5. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 16 april 2022;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 15 april 2021 mondeling gegeven door mr. M.C. Woudstra, rechter, in tegenwoordigheid van G. de Man, griffier, en op 20 april 2021 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.