Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[naam minderjarige] ,
[naam moeder] ,
Het procesverloop
- de advocaat van de moeder mr. J.J.A. Bosch;
- een vertegenwoordiger van de GI, mw. [naam vertegenwoordigster] .
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 13 april 2021 een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De zaak is behandeld met gesloten deuren, waarbij de advocaat van de moeder, mr. J.J.A. Bosch, en een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling (GI), het Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, aanwezig waren. De moeder is telefonisch gehoord. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] door de moeder wordt uitgeoefend en dat [voornaam minderjarige] momenteel in een pleeggezin verblijft.
De GI heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] met een jaar te verlengen, evenals de machtiging tot uithuisplaatsing. De kinderrechter heeft geconstateerd dat [voornaam minderjarige] zich positief ontwikkelt in het pleeggezin, maar dat er nog geen contact is geweest tussen de moeder en [voornaam minderjarige] sinds de plaatsing. De moeder heeft aangegeven dat zij in mei 2021 mogelijk een studio kan betrekken, maar heeft tot nu toe weinig inzet getoond om contact te leggen met de GI.
De kinderrechter heeft op basis van de feiten en de mondelinge behandeling geoordeeld dat de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding van [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 1 mei 2022, met de verklaring dat deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad is. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. G.M. Paling, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.M. Ruijgrok, als griffier.