Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
zaaknummer: ROT 20/583
Rechtbank Rotterdam
In deze bestuursrechtelijke zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 26 april 2021 uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). De eiser had zijn rijbewijs ongeldig verklaard gekregen na het niet volgen van een opgelegde Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer (EMA). De rechtbank oordeelde dat de eiser geen bezwaar had gemaakt tegen de EMA, waardoor de rechtmatigheid van de maatregel niet kon worden getoetst aan de vrijspraak in een strafzaak. De rechtbank stelde vast dat de eiser op 1 juli 2019 was aangehouden met een alcoholgehalte van 650 µg/l, wat leidde tot de verplichting om de EMA te volgen. De eiser had de kosten van de EMA niet tijdig betaald, wat volgens de wet leidde tot de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs. De rechtbank concludeerde dat de beslissing van het CBR om het rijbewijs ongeldig te verklaren rechtmatig was, ongeacht de vrijspraak in de strafrechtelijke procedure. Het beroep van de eiser werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.