Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van de onder de parketnummers 10/256074-20 en 10/055105-21 ten laste gelegde feiten;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren, met aftrek van voorarrest.
4..Waardering van het bewijs
op20 september 2020 te Dordrecht,
ew
eten, een paspoort, sleutels, een portemonnee, een borstel en medicijnen,
toebehorendeaan [naam slachtoffer 1],
diezich wederrechtelijk toe te eigenen,
envergezeld van geweld tegen die [naam slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, door
en;
op11 september 2020 te Dordrecht,
ew
eten, bankpassen,
dietoebehoorde
naan [naam slachtoffer 2],
diezich wederrechtelijk toe te eigenen,
vande schoudertas van die [naam slachtoffer 2] met een (keuken
)mes de schouderband door te snijden
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straffen
8..Vorderingen benadeelde partijen/schadevergoedingsmaatregelen
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.. Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden;
gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden;
€ 1.361,14, bestaande uit € 161,14 aan materiële schade en € 1.200,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 20 september 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
€ 1.200,-, bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 11 september 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam benadeelde 1] te betalen
€ 1.361,14(hoofdsom), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 september 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 1.361,14 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
23 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam benadeelde 2] te betalen
€ 1.200,-(hoofdsom), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 september 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 1.200 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
22 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;