2.13Op 17 november 2020 heeft wederom een gesprek plaatsgevonden met [persoon A] . Tijdens dat gesprek is [persoon A] op staande voet ontslagen. Dat ontslag is bij brief van diezelfde datum aan [persoon A] bevestigd. In deze brief is het volgende - voor zover thans van belang - vermeld:
“(…) Zoals u bekend, bent u op donderdag 15 oktober 2020 door ondergetekende met onmiddellijke ingang geschorst. Aan die schorsing lagen verschillende redenen ten grondslag, daaronder begrepen:
een incidentmelding betreffende de registratie van opiaten (toevoegen van methadon van een patiënt aan de medicatievoorraad van de afdeling);
een andere melding over medicatie;
het printen van een foto van een vrouwelijke patiënt op een werkprinter;
pestgedrag naar collega’s.
Op 27 oktober 2020 vond een vervolggesprek met u plaats in verband met uw schorsing en de daaraan ten grondslag liggende redenen. (…) In dat gesprek zijn u ook nadere vragen gesteld naar aanleiding van de foto van een vrouwelijke patiënt, mevrouw [persoon E] . die u vanaf uw computer op het werk in kleur op a4-formaat op een werkprinter had geprint. In reactie daarop verklaarde u dat u terug van vakantie in september 621 mails in uw inbox aantrof, dat u de mails had geprint en dat u ook de foto van de patiënte had uitgeprint. De foto was u, volgens u, ongevraagd gestuurd. U dacht dat het uw ex-schoonzus was. Op de vraag waarom u een - naar eigen zeggen - ongevraagd ontvangen foto in kleur op A4-papier hebt uitgeprint, deelde u mede:
“Ja, dit heb ik gedaan. Ik kan het niet uitleggen, het gebeurt mij. Ik zit thuis in corona tijd en ik heb mijn werk. En dit heeft mij in de shit geholpen.”
Toen de heer [persoon B] u daarop doorvroeg, verklaarde u dat u contact met de patiënte hebt gehouden nadat zij was ontslagen van haar behandeling. Volgens u was er mailwisseling geweest en betrof dat eerst hulpverlening en later ook foto’s. U erkende fout te zijn geweest. Op de vraag dat het bekend is dat het bij Antes is verboden contact te houden met een patiënte die met ontslag is gegaan, verklaarde u dat u dat niet kunt uitleggen en dat u het gevoel hebt aan het ontsporen te zijn.
Over het contact dat u met de patiënte hebt onderhouden, verklaarde u dat dat “meer dan normaal contact” is geweest. Desgevraagd verklaarde u:
“Prikkelbaar sensueel contact vanuit de patiënt. Ik weet dat het niet mag en niet kan, maar ik kan het niet in details uitleggen.”
Ook verklaarde u desgevraagd dat u niet om hulp hebt gevraagd en niemand hebt geïnformeerd, toen u besefte dat u met iets bezig was dat niet kan. U erkende dat de foto die u heeft geprint een foto van de patiënte [persoon E] . is, maar dat u toen niet wist dat het om deze ex-patiënte ging. Voorts verklaarde u desgevraagd dat het contact met de ex-patiënte “tot juni, juli, augustus, september, oktober heeft geduurd”. Vervolgens verklaarde u:
“In juli is het laatste contact geweest. Ik heb er geen tijd voor. Ik heb niet gezegd ik stop ermee. Zij heeft ook een vriend.”
Ook deelde u mede de mails van de patiënte daarna te hebben genegeerd. Toen u ermee werd geconfronteerd dat de betreffende foto u daarna, in september, per mail was gestuurd en u de foto hebt geprint, reageerde u met de opmerking:
“Ik moet binnen een uur veel mails doorlezen. Ik had 621 mails en dan print ik mails en foto’s.”
Van het gesprek van 27 oktober 2020 is een verslag opgesteld. U heeft een exemplaar van het gespreksverslag ontvangen. Daarna heeft u op eigen initiatief een aanvulling op het verslag naar ons toegestuurd. (…)
Ook heeft u verklaard dat u na uw schorsing op 22 oktober 2020 aan de afdeling ICT hebt verzocht toegang te krijgen tot uw werkaccount. Volgens u moest u ‘dingen regelen voor uw BIG-registratie’ en heeft u in verband daarmee een aantal documenten uitgeprint.
(…)
Ten behoeve van het onderzoek dat naar aanleiding van uw schorsing werd uitgevoerd, heeft uw leidinggevende, [persoon B] , u verzocht of u toestemming verleent aan inzage van uw werkaccount bij Antes. Per email heeft u uitdrukkelijk geweigerd daarvoor toestemming te geven. Ten behoeve van het onderzoek heeft Antes vervolgens de security officer van de Parnassia Groep opdracht gegeven uw werkaccount te onderzoeken. Daarbij zijn door de security officer onder meer twee foto’s en een film, beide met expliciete pornografische inhoud van patiënte [persoon E] . op uw persoonlijke H-schijf van uw werkaccount aangetroffen. Op de ene foto Mw. ligt patiënte [persoon E] . hangend op een bank. Zij steekt suggestief 2 vingers in haar mond terwijl zij in de camera kijkt. Op de andere foto is een vrouwenborst te zien. Op de film is te zien dat patiënte [persoon E] . onderuit op een bank ligt; het beeld gaat van haar gezicht naar haar vagina en laat zien dat de patiënte duidelijk en expliciet zichtbaar aan het masturberen is met een dildo; vervolgens gaat de camera weer naar boven en is haar gezicht weer in beeld.
Zowel de regiebehandelaar als de uitvoerend behandelaar hebben vastgesteld dat op de foto en de film patiënte [persoon E] . in beeld is. Volledigheidshalve is door een lijnfunctionaris die de patiënten van de afdeling waar u werkzaam bent, onder aanwezigheid van een lid van de onderzoekscommissie, gevraagd de patiënte [persoon E] . te identificeren. Deze lijnfunctionaris bevestigde daarop dat het om voornoemde patiënte gaat.
Voorts is het de security officer gebleken dat u na de datum waarop u geschorst bent een groot aantal bestanden van uw werkaccount hebt verwijderd. Dat is opvallend omdat u de toegang tot uw werkaccount tegelijkertijd met de ingang van de schorsing is ontzegd. U hebt hierover zelf verklaard dat u na uw schorsing de afdeling ICT hebt benaderd om ‘dingen regelen voor uw BIG-registratie’ en dat u in verband daarmee een aantal documenten heeft uitgeprint.
Op grond van het bovenstaande dient te worden vastgesteld dat uw gedrag om meerdere redenen als ernstig grensoverschrijdend dient te worden gekwalificeerd. Met uw gedrag heeft u onder meer de bij Antes geldende gedragsregels, waaraan u via uw arbeidsovereenkomst bent gebonden in zeer ernstige mate overtreden. In deze gedragsregels staat in het bijzonder:
“Wij hebben geen persoonlijke relatie met patiënten met wie wij in het kader van ons werk te maken hebben, noch gedragen wij ons seksueel uitnodigend of intimiderend.
Behandelaars gaan tot tenminste twee jaar na beëindiging van de behandelrelatie geen persoonlijke relatie aan met hun patiënt.”
In uw functie van Verpleegkundige dient u namens Antes een professioneel hulpverlener te zijn jegens diegene die u begeleidt/verpleegt en hebt begeleid/verpleegd. De personen die u begeleidt/verpleegt bevinden zich in een afhankelijke en kwetsbare positie jegens u als hulpverlener. Met uw houding en gedrag heeft u dit volledig miskend. Hoewel u daartoe gelegenheid had, heeft u geen melding gemaakt van de ontvangst van de foto’s en film van de patiënte met expliciete pornografische inhoud. In plaats daarvan heeft u besloten foto’s en film van de patiënte voor uzelf op uw computer te bewaren. Dat is volledig in strijd met uw rol als professioneel hulpverlener. Ook is uw gedrag in strijd met de E-Gedragscode voor Elektronische Communicatiemiddelen van Antes waaraan u gebonden bent en op basis waarvan het u onder meer is verboden pornografisch materiaal op het werk te bekijken en/of te bewaren. In de E-Gedragscode staat vermeld dat bij overtreding beëindiging van de arbeidsovereenkomst kan volgen.
Hier komt bij dat gebleken is dat uw verklaringen tijdens het gesprek dat met u naar aanleiding van uw schorsing werd gevoerd en die u in uw aanvulling daarop aan ons heeft gegeven, in strijd zijn met de waarheid en/of onvolledig zijn. U heeft onder meer aan ons verklaard dat er zich geen intieme situaties met de patiënte hebben voorgedaan. Uit onder meer de foto’s en film van de patiënte met expliciete pornografische inhoud blijkt dat u ons niet de waarheid hebt verteld. Ook hebt u gelogen met uw verklaring dat u “alle kennis en alle informatie hebt opgebiecht”. Uit voornoemde foto’s en film blijkt dat u tenminste dat, maar waarschijnlijk (veel) meer voor ons hebt verzwegen.
Voorts is gebleken dat u tijdens uw schorsing, terwijl u afgesloten was van uw werkaccount, onder valse voorwendselen toegang tot uw account heeft weten te krijgen om vervolgens bestanden van uw computer te verwijderen. Dit rechtvaardigt het vermoeden dat er nog (veel) meer belastend materiaal op uw computer aanwezig was. Hiermee heeft u het onderzoek van Antes bewust proberen te dwarsbomen door bewijsmateriaal te vernietigen. Ook dit kan u ernstig worden aangerekend.
Uw gedragingen zoals hierboven uiteengezet dienen zowel apart als tezamen te worden gekwalificeerd als (een) dringende reden(en) voor ontslag. Uw gedragingen hebben het vertrouwen dat Antes in u dient te hebben, onherstelbaar beschadigd. Op grond van die dringende reden(en) is Antes bevoegd de arbeidsovereenkomst onverwijld jegens u op te zeggen. Antes maakt van deze bevoegdheid gebruik. Zoals aan u tijdens het gesprek van heden is medegedeeld heeft Antes hierbij de arbeidsovereenkomst onverwijld opgezegd wegens (een) dringende reden(en). Dat betekent, met andere woorden, dat u per heden op staande voet bent ontslagen. Deze brief betreft een bevestiging van dat ontslag.
Voor alle duidelijkheid en ter voorkoming van misverstanden wijs ik u er reeds thans voor alsdan op dat, wanneer de door Antes als dringende reden(en) voor ontslag aan u medegedeelde feiten en omstandigheden slechts gedeeltelijk in rechte mochten komen vast te staan, het ontslag niettemin geacht wordt te zijn verleend om een dringende, onverwijld medegedeelde reden aangezien het vorenbedoelde gedeelte op zichzelf beschouwd eveneens dient te gelden als een dringende reden voor ontslag en Antes u eveneens op staande voet zou hebben ontslagen indien zij - anders dan zij ten tijde van het ontslag meende - daarvoor niet meer grond zou hebben gehad dan eventueel in rechte zal komen vast te staan.
Op grond van uw voornoemde handelingen en gedragingen kan worden vastgesteld dat u door opzet of schuld aan Antes reden hebt gegeven de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen. Ten gevolge daarvan bent u jegens Antes schadeplichtig zoals bepaald in artikel 7:677 lid 2 BW. Hierdoor is Antes gerechtigd en maakt zij aanspraak op de gefixeerde schadevergoeding, welke schadevergoeding gelijk is aan het loon inclusief vakantiegeld gedurende de periode dat de arbeidsovereenkomst bij opzegging had behoren voort te duren, derhalve een bedrag gelijk aan 4 maanden salaris bruto inclusief vakantiegeld, zijnde € 13.949,28. De gefixeerde schadevergoeding zal worden verrekend met uw eindafrekening. (…)”