Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- de dagvaarding, met producties;
- de conclusie van antwoord;
- de aanvullende productie van [eiseres] d.d. 14 april 2021;
2..De vaststaande feiten
“Uit artikel 7:671b lid 2 BW volgt dat de kantonrechter een verzoek op grond van het eerste lid alleen kan inwilligen indien er geen opzegverboden gelden. Het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst is ingediend op 22 december 2020. Hoewel [eiseres] uitdrukkelijk een beroep heeft gedaan op het opzegverbod tijdens ziekte als bedoeld in artikel 7:670 lid1 sub a BW blijkt uit het door haar overgelegde deskundigenoordeel van 28 januari 2021 dat zij in ieder geval vanaf 7 oktober 2020 volledig arbeidsgeschikt moet worden geacht. Nu de door de EUR geen andersluidende stukken of een ander deskundigenoordeel is overgelegd waaruit blijkt dat [eiseres] nog arbeidsongeschiktheid moet worden geacht zal in rechte van worden uitgegaan van de juistheid van het deskundigenoordeel van 28 januari 2021. Het opzegverbod staat dan ook in beginsel niet in de weg aan ontbinding van de arbeidsovereenkomst”.