ECLI:NL:RBROT:2021:7777
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering bijstandsuitkering en boeteoplegging wegens schending inlichtingenplicht
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 9 augustus 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam. Eiseres ontving sinds 19 mei 2000 een bijstandsuitkering, maar heeft verzuimd te melden dat haar meerderjarige zoon sinds 1 augustus 2018 geen opleiding meer volgde. Dit leidde tot een herziening van haar bijstandsuitkering en een terugvordering van te veel ontvangen uitkering, die door verweerder werd verhoogd met loonbelasting en premies volksverzekeringen. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de besluiten van verweerder, maar dit werd gedeeltelijk ongegrond verklaard. Tijdens de zitting op 29 juni 2021 heeft eiseres, bijgestaan door haar gemachtigde, haar standpunt toegelicht, waarbij zij aanvoerde dat de berekening van het terugvorderingsbedrag onjuist was en dat er dringende redenen waren om af te zien van brutering en boeteoplegging.
De rechtbank oordeelde dat het bestreden besluit niet deugdelijk was gemotiveerd, omdat de berekening van het terugvorderingsbedrag niet inzichtelijk was gemaakt. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en vernietigde het bestreden besluit voor zover dit betrekking had op het terugvorderings- en bruteringsbedrag, maar liet de rechtsgevolgen in stand. De rechtbank oordeelde dat er geen dringende redenen waren om af te zien van de boete, ondanks de psychische klachten van eiseres en haar zoon. De rechtbank veroordeelde verweerder tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres, die op € 1.496,00 werden vastgesteld.