ECLI:NL:RBROT:2021:8916

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 augustus 2021
Publicatiedatum
13 september 2021
Zaaknummer
C/10/623173 / FA RK 21-5894
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met psychische stoornissen

Op 19 augustus 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie. De rechtbank heeft de advocaat van betrokkene, mr. M.B.H. Breitschaft, gehoord, evenals verschillende deskundigen, waaronder een psychiater en een psycholoog. Betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis, vertoonde ernstig gedrag dat leidde tot levensgevaar en maatschappelijke teloorgang. Ondanks eerdere pogingen tot vrijwillige opname, was betrokkene niet bereid om behandeling te accepteren. De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk was om het ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een periode van zes maanden, met de mogelijkheid tot het treffen van verschillende vormen van verplichte zorg, waaronder het toedienen van voeding en medicatie, en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank volgde het verweer van de advocaat niet dat de verplichte zorg niet doelmatig zou zijn, en concludeerde dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar waren. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter M.C. Woudstra en schriftelijk uitgewerkt op 31 augustus 2021.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/623173 / FA RK 21-5894
Referentienummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 19 augustus 2021 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan [adres betrokkene] , [postcode betrokkene] te [woonplaats betrokkene] ,
advocaat mr. M.B.H. Breitschaft te Den Haag.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 2 augustus 2021.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater] , psychiater, van 22 juli 2021;
  • de zorgkaart van 7 juni 2021;
  • het zorgplan van 7 juni 2021;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • de relevante politie- strafvorderlijke- en justitiële gegevens van betrokkene.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op
19 augustus 2021. Bij die gelegenheid zijn (overeenkomstig artikel 2 lid 1 van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid) via beeld- en geluidverbinding gehoord:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam pscycholoog] , psycholoog, verbonden aan Antes;
  • [naam persoon] , gezondheidszorgpsycholoog en tevens toezichthouder vanuit Antes Reclassering.
1.3.
De officier is niet tijdens de mondelinge behandeling verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een stoornis in middelengebruik, depressie en een autismespectrumstoornis.
2.2.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar, ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. Betrokkene is al langer bekend bij de GGZ. Hij heeft erg veel last van onverwerkte emoties rondom het overlijden van zijn vader elf jaar geleden. De aanwezige depressie maakt dat betrokkene tot weinig komt en hij een voortdurend passieve doodswens heeft. Aan de ene kant is hij bang voor de dood en is hij bang zijn vader achterna te gaan, die vroeg is overleden, maar aan de andere kant denkt hij dagelijks aan de dood en is hij elke ochtend teleurgesteld dat hij wakker wordt. Betrokkene heeft last van stemmingswisselingen en huilbuien. De behandelaar geeft aan dat de situatie van betrokkene, in vergelijking met begin dit jaar, verslechterd is. Betrokkene komt niet langer op zijn poli- of reclasseringsafspraken, eet nauwelijks, en als hij eet, geeft hij binnen een uur over en hij zit in een sociaal isolement doordat hij als gevolg van ernstige angstklachten zijn woning niet meer uitkomt. Betrokkene heeft geen dagbesteding, komt tot niets en verwaarloost zijn woning. Betrokkene geeft tijdens de mondelinge behandeling aan dat zijn lichaam op is en hij niet in staat is zijn openstaande taakstaf van 200 uur te vervullen. De behandelaar verklaart dat, gelet op het forse drankgebruik, de lichamelijke situatie van betrokkene hard achteruit gaat. Betrokkene heeft ernstige tremors en is eerder een paar keer het bewustzijn verloren. Ook heeft betrokkene een merkbaar verstoorde ademhaling, iets wat eerder niet het geval was. Het alcoholgebruik van betrokkene heeft een versterkend effect op zijn depressieve klachten. In het kader van effectieve rouwverwerking of EMDR, is het noodzakelijk dat betrokkene abstinent blijft van alcohol.
Betrokkene geeft aan dat hij het recht heeft zelf zijn leven in invullen zoals hij zelf wil en dat zijn overmatige alcoholgebruik zijn eigen bewuste keuze is en dat hij met rust wil worden gelaten; hij accepteert dat zijn leven zo goed als voorbij is, hij wil blijven drinken ook als hij hieraan doodgaat. De behandelaar geeft daarentegen aan dat de alcoholverslaving van betrokkene van een zodanige ernst is dat het denken, voelen, willen, oordelen en doelgericht handelen van betrokkene daardoor zo ingrijpend wordt beïnvloed dat hem het veroorzaakte nadeel niet kan worden toegerekend. De stoornis beheerst de nadelige gevolgen van zijn beslissingen en handelingen van de betrokkene in overwegende mate. Betrokkene is heel ongelukkig, heeft last van stemmingswisselingen en er is sprake van een passieve doodswens
2.3.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene zorg nodig.
2.4.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. In het verleden is driemaal tevergeefs gepoogd betrokkene vrijwillig op te laten nemen. De overeengekomen opnames werden afgezegd of niet volgens plan afgemaakt. Betrokkene kan door zijn autismespectrumstoornis moeilijk tegen veranderingen en wil om die reden geen opname. Om die reden is verplichte zorg nodig.
2.5.
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • onderzoek aan kleding of lichaam (tijdens opname);
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedragsbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen (tijdens opname);
  • controleren op de aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen (tijdens opname);
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten (het toelaten van ambulante behandeling en het nakomen van afspraken met de ambulant behandelaar);
  • opnemen in een accommodatie.
De door de officier verzochte vorm van verplichte zorg, te weten het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, wordt door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat dit niet nodig is om het ernstig nadeel af te wenden.
2.6.
De rechtbank volgt de advocaat van betrokkene niet in haar verweer dat het verlenen van verplichte zorg niet doelmatig is gelet op de terugval na eerdere opnames.
Uit de stukken en wat tijdens de mondelinge behandeling is besproken, blijkt dat betrokkene de eerdere opnames of afgezegd of vroegtijdig heeft afgebroken, waardoor de beoogde abstinentie van alcohol niet is bereikt. Het doel van de verplichte zorg is het doorbreken van die impasse en de kwaliteit van leven van betrokkene te verbeteren. Betrokkene kan tijdens de opname stabiliseren en zijn lichaam laten herstellen.
Voor de toegewezen vormen van verplichte zorg zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Verder is de voorgestelde verplichte zorg evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De advocaat verzoekt namens betrokkene de zorgmachtiging voor een kortere duur te verlenen, namelijk drie maanden. De rechtbank volgt de advocaat niet in dit verweer. Gelet op de toelichting van de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling is er meer tijd nodig omdat er na de detoxbehandeling ook nog een (vervolg)behandeling zal plaatsvinden voor de depressie en de onderliggende verlieservaringen van betrokkene. De zorgmachtiging zal dan worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden met ingang van vandaag.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.5. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 19 februari 2022.
Deze beschikking is op 19 augustus 2021 mondeling gegeven door mr. M.C. Woudstra, rechter, in tegenwoordigheid van J. Otter, griffier, en op 31 augustus 2021 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.