ECLI:NL:RBROT:2021:9283
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G.C.W. van der Feltz
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een aanvraag voor een voorrangsverklaring in het kader van de Huisvestingsverordening gemeente Zwijndrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 24 september 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zwijndrecht. Eiseres had op 12 februari 2020 een aanvraag ingediend voor een voorrangsverklaring op basis van de Huisvestingsverordening gemeente Zwijndrecht 2019, omdat zij voorrang wilde bij de toewijzing van een huurwoning in verband met psychische en sociale problemen. Het college heeft de aanvraag echter afgewezen, omdat eiseres niet voldeed aan de vereiste maatschappelijke regiobinding. Eiseres heeft tegen deze afwijzing beroep ingesteld, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat het college terecht heeft besloten om de aanvraag te weigeren. De rechtbank overweegt dat eiseres niet voldoet aan de voorwaarden van de Huisvestingsverordening, die eisen dat een woningzoekende minstens twee jaar onafgebroken ingezetene is van de regio of gedurende de voorafgaande tien jaar minstens zes jaar onafgebroken ingezetene is geweest. Eiseres heeft weliswaar een sociaal netwerk in Zwijndrecht, maar dit is niet voldoende om aan de vereisten te voldoen. De rechtbank heeft ook de argumenten van eiseres over de medische situatie en de noodzaak tot verhuizen naar Zwijndrecht niet gevolgd, en heeft geoordeeld dat het college in redelijkheid geen aanleiding heeft hoeven zien om de hardheidsclausule toe te passen. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling opgelegd.