Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- het tussenvonnis van 17 augustus 2022 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- de akte houdende uitlating bewijs van de zijde van Reinis.
Rechtbank Rotterdam
In de civiele procedure tussen N.V. Reinis en Peute Papierrecycling B.V. heeft de rechtbank Rotterdam op 23 november 2022 vonnis gewezen. Eiseres, N.V. Reinis, gevestigd te Spijkenisse, heeft in deze zaak vorderingen ingesteld tegen gedaagde, Peute Papierrecycling B.V., gevestigd te Dordrecht. De procedure volgde op een tussenvonnis van 17 augustus 2022, waarin Reinis was toegelaten tot bewijslevering. Echter, Reinis heeft bij akte afgezien van bewijslevering, waardoor de rechtbank aannam dat de werkzaamheden waarvoor Peute kosten in rekening had gebracht, daadwerkelijk zijn uitgevoerd. Dit leidde tot de afwijzing van de vorderingen van Reinis.
De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van tekortschieten aan de zijde van Peute en dat de beslagkosten voor rekening van Reinis moesten blijven. Tevens werd vastgesteld dat er geen plaats was voor vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten en advocaatkosten. De rechtbank heeft de proceskosten aan de zijde van Peute begroot op € 4.200,- aan griffierecht en € 5.310,- aan salaris voor de advocaat. Reinis werd in het ongelijk gesteld en veroordeeld in de proceskosten, te voldoen binnen veertien dagen na de uitspraak, met wettelijke rente bij niet-betaling.
Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. P. Joele, die de uitspraak heeft gedaan in de zittingsplaats Dordrecht. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Peute de proceskosten kan vorderen, zelfs als Reinis in beroep gaat tegen deze uitspraak.