Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- de oorspronkelijke dagvaarding van 9 juni 2021, met producties;
- het verstekvonnis van 10 augustus 2021;
- de verzetdagvaarding van 30 september 2021, met één productie;
- de conclusie van antwoord in oppositie, met producties.
- de conclusie van repliek in oppositie.
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil
4..De beoordeling
‘om gedaagde te veroordelen tot betaling van een bedrag ad € 500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over het saldo vanaf datum in gebrek dat aan hoofdsom, exclusief kosten, telkens, na elke credit- en debetmutatie, heeft uitgestaan tot aan de dag van algehele voldoening’. Deze stelling van [naam curator] q.q. zal worden verworpen, nu ook bij de door [naam curator] q.q. genoemde formulering slechts een bedrag van € 500,00 aan hoofdsom kan worden toegewezen en een eventueel vonnis alsdan geen executoriale titel zou opleveren voor het meerdere boven het bedrag van € 500,00.