In deze zaak heeft de man verzocht om wijziging van de in onderling overeengekomen regeling van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen, omdat het niet de ontstane onrust zou wegnemen. De rechtbank benadrukt dat het de verantwoordelijkheid van partijen is om de gemaakte afspraken na te komen en te zorgen dat de keuzes voor de minderjarige geen onnodig extra leed veroorzaken. De man en vrouw zijn de ouders van de minderjarige, die gezamenlijk het ouderlijk gezag uitoefenen. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er een ernstig geschil is ontstaan over de uitvoering van de zorgregeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de belangen van de minderjarige niet in strijd zijn met die van de ouders, en dat benoeming van een bijzondere curator niet noodzakelijk is. De rechtbank heeft ook de overige verzoeken van de man en vrouw afgewezen, omdat het niet aannemelijk is dat de voorgestelde wijzigingen de onrust bij de minderjarige zouden verminderen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gemaakte afspraken nagekomen moeten worden en dat het aan de ouders is om tot een voor iedereen aanvaardbare regeling te komen. De beslissing is genomen door mr. M.C. Woudstra, rechter en kinderrechter, en is openbaar uitgesproken op 3 november 2022.