Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde01] ,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 3 juni 2022 en de daarin genoemde stukken;
- de dupliek
- de e-mail van 31 oktober 2022 van Achmea met bijlage, en
2.De feiten
- een volledig door de werkgever ingevulde en ondertekende werkgeversverklaring
- een volledig UWV/verzekeringsbewijs wat opgevraagd kan worden via mijn UWV, omdat wij het volledige UWV verleden nodig hebben, zodat wij aan de hand van de daarin vermelde inkomens gegevens kunnen verifiëren of deze gegevens overeen komen met de gegevens op de door hem bij ons aan te leveren werkgeversverklaring. (…)
3.Het geschil
- de huurovereenkomst tussen partijen te ontbinden en [gedaagde01] en [gedaagde02] te veroordelen om het gehuurde te ontruimen;
- [gedaagde01] en [gedaagde02] hoofdelijk te veroordelen aan haar te betalen € 6.805,08, met wettelijke rente over € 6.243,64, en de lopende huur vanaf 1 februari 2022;
- gedaagden te veroordelen in de proceskosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
1 februari 2022 en buitengerechtelijke kosten van € 561,44 inclusief btw.