ECLI:NL:RBROT:2022:10623
Rechtbank Rotterdam
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Ontruiming woonruimte en huurbetalingen in kort geding
In deze zaak heeft SND I B.V. een kort geding aangespannen tegen [gedaagde01] en anderen, met als doel de ontruiming van een woning aan de [adres01] en het voortzetten van huurbetalingen tot aan de ontruiming. SND stelt dat [gedaagde01] de woning illegaal onderverhuurt, geen hoofdverblijf heeft in het gehuurde, en schade heeft veroorzaakt door illegale sloop- en verbouwingswerkzaamheden. De gedaagden betwisten deze beschuldigingen en stellen dat er geen sprake is van wanprestaties.
De kantonrechter, M.C. van der Kolk, heeft de zaak behandeld op 9 november 2022. Tijdens de zitting zijn de standpunten van beide partijen besproken. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het bestaan van een spoedeisend belang voor SND moeilijk te onderbouwen is, vooral gezien de onduidelijkheid over wanneer SND op de hoogte was van de bouwkundige werkzaamheden die door [gedaagde01] zouden zijn uitgevoerd. SND claimt dat de woning op 5 september 2022 in onbewoonbare staat was aangetroffen, terwijl de werkzaamheden al in februari 2021 zouden zijn begonnen.
De kantonrechter concludeert dat er onvoldoende bewijs is geleverd om de vordering van SND te onderbouwen. Er is niet aangetoond dat [gedaagde01] de woning daadwerkelijk heeft onderverhuurd of dat er sprake is van schade aan de woning. De kantonrechter wijst de vordering van SND af en veroordeelt SND in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 498,-. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat SND de kosten moet betalen ongeacht een eventuele hoger beroep.