I. hoofdelijke veroordeling van [gedaagde02] en [gedaagde03] tot het betalen van een bedrag van € 155.630,87, vermeerderen met de wettelijke rente;
II. veroordeling van [gedaagde01] tot het betalen van een bedrag van € 32.654,87, te vermeerderen met de wettelijke rente;
III. hoofdelijke veroordeling van [gedaagden] om, al dan niet via of met goedkeuring van een te benoemen registeraccountant of aan te wijzen deurwaarder, aan GMF betrouwbaar, gedetailleerd en volledig opgave te doen van het (huidige) binnenlands en buitenlandsinkomen en vermogen over de afgelopen kalenderjaren vanaf 2018 tot en met heden en in de toekomst van [gedaagde01] en [gedaagde02], alsmede van de hen geheel of gedeeltelijke toebehorende goederen, een ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 25.000,- voor ieder dag dat (een van) gedaagden nalaat aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van € 750.000,- en daarnaast onder de bepaling dat deze veroordeling ten aanzien van [gedaagde03] bij lijfsdwang uitvoerbaar is vanaf 60 dagen na dagtekening van dit vonnis;
IV. de hoofdelijke veroordeling van [gedaagden] tot het publiceren van en het verlenen aan, goedkeuring, vaststelling en publicatie van de (concept) jaarrekeningen van [gedaagde01] en [gedaagde02] boekjaar 2014 tot en met heden, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 25.000,- voor iedere dag dat (een van) gedaagden nalaat aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van € 750.000,-
V. de hoofdelijke veroordeling van [gedaagden] in de kosten van de procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente en nakosten.