Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[eiser01] ,
1..De procedure
- de dagvaarding van 10 maart 2022, met producties;
- het antwoord, met producties;
- de brief van 13 juni 2022 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de e-mail aan de zijde van [eisers01] van 29 augustus 2022, met aanvullende productie;
- de brief aan de zijde van Havensteder van 2 september 2022, met aanvullende producties.
2..De feiten
3..Het geschil
- te beslissen dat [eiser02] medehuurder wordt van de woning aan de [adres01] te [plaats01] , vanaf een in goede justitie te bepalen moment;
- Havensteder te veroordelen in de proceskosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
4..De beoordeling
duurzamegemeenschappelijke huishouding met [eiser01] . Voor de toekomst is de verwachting dat [eiser02] samen met zijn echtgenote een huishouden zal vormen, waardoor van een
duurzamegemeenschappelijke huishouding met [eiser01] geen sprake kan zijn.
gemeenschappelijkehuishouding. Het is vooral [eiser02] die mantelzorg verleent aan zijn moeder. [eiser02] heeft gesteld dat hij, mede vanwege zijn licht verstandelijke beperking, in praktische zin en geestelijk hulp van zijn moeder nodig heeft. [eiser02] is recent getrouwd en heeft een betaalde baan voor 36 uur per week gevonden. Hieruit blijkt dat [eiser02] zich, ook los van de hulp van zijn moeder, kan redden. Met andere woorden: er is geen wederkerigheid in de relatie tussen [eiser01] en [eiser02] .