Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[gedaagde01],
1..De procedure
- de dagvaarding van 11 oktober 2021, met producties 1 tot en met 67;
- de incidentele conclusie houdende excepties van onbevoegdheid en niet-ontvankelijkheid, tevens houdende een subsidiair verzoek tot aanhouding van dmarcian Inc ., met producties 1 en 2;
- de incidentele conclusie houdende excepties van onbevoegdheid en niet-ontvankelijkheid, tevens houdende een subsidiair verzoek tot aanhouding van [gedaagde01] ;
- de conclusie van antwoord in het incident van dmarcian Europe , met producties 68 tot en met 70;
- de oproep van 13 juni 2022 voor een mondelinge behandeling;
- de zittingsagenda van 25 augustus 2022;
- de akte indienen aanvullende producties van dmarcian Europe , met producties 71 tot en met 75;
- de akte overlegging producties van dmarcian Inc ., met producties 3 tot en met 9;
- de akte overlegging producties van dmarcian Inc ., met productie 10;
- de mondelinge behandeling van 14 september 2022;
- de pleitaantekeningen van dmarcian Europe ;
- de pleitaantekeningen van dmarcian Inc .;
- de pleitaantekeningen van [gedaagde01] .
2..De feiten
“have raised serious redflags”alsmede
- dat dmarcian Europe een licentie heeft voor het gebruik en de verkoop van software afkomstig van dmarcian, Inc .;
- dat dmarcian Europe verantwoordelijk is voor de verkoop van die software (en het leveren van bijbehorende diensten) aan klanten in Europa, Rusland en Afrika;
- dat dmarcian, Inc . en/of [gedaagde01] in ruil daarvoor het meerderheidsaandelenbelang in dmarcian Europe heeft kunnen kopen tegen betaling van € 1.
instancegeplaatst.
3..Het gevorderde in de hoofdzaak
4..Het geschil in de incidenten
het incident van dmarcian Inc .
5..De beoordeling in alle incidenten
de incidentele vordering van dmarcian Inc . tot niet-ontvankelijkverklaring van dmarcian Europe
Indien in zaken die bij dagvaarding moeten worden ingeleid de Nederlandse rechter ten aanzien van een van de gedaagden rechtsmacht heeft, komt hem deze ook toe ten aanzien van in hetzelfde geding betrokken andere gedaagden, mits tussen de vorderingen tegen de onderscheiden gedaagden een zodanige samenhang bestaat, dat redenen van doelmatigheid een gezamenlijke behandeling rechtvaardigen.
[gedaagde01]als
ankergedaagdein de context van artikel 7 lid 1 Rv moet beoordeeld worden in het door [gedaagde01] gestarte bevoegdheidsincident; of de rechtbank bevoegd is ten aanzien van
dmarcian Inc .als
ankergedaagdein de context van artikel 7 lid 1 Rv moet beoordeeld worden in het door dmarcian Inc . gestarte bevoegdheidsincident.
het schadebrengende feitcentraal. Op grond van de rechtspraak van het HvJEU geldt als zodanig zowel de plaats van de schadeveroorzakende gebeurtenis, het zogenaamde
Handlungsort, als de plaats waar de schade is ingetreden, het zogenaamde
Erfolgsort. De eisende partij heeft de keuze of hij de gedaagde oproept voor de rechter van het
Handlungsortdan wel voor die van het
Erfolgsort. Zie HvJEG 30 november 1976,
NJ1977/494 (
Bier/Mines de potasse d’Alsace).
Erfolgsortin Nederland is gelegen (randnummer 8.5 van de dagvaarding.)
Erfolgsortin Nederland is gelegen, zodat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft op grond van artikel 6, aanhef en onder e, Rv. Op het beroep op misbruik van procesrecht wordt hierna teruggekomen.
MvTParl. Gesch. Herz. Rv
,p. 19).
redenen van doelmatigheid een gezamenlijke behandeling rechtvaardigen.
NJ2008/80 (
Freeport/Arnoldsson)en HvJEU 1 december 2011,
NJ2013/66 (
Painer/Standard Verlags). Dit geldt evenzeer in het commune Nederlandse recht, nu vanuit een oogpunt van doelmatigheid een verschil in rechtsgrond geen rol speelt als, zoals hier, het feitencomplex grotendeels gelijk is.
mutatis mutandisdezelfde gronden als hiervoor ten aanzien van de incidentele vordering van [gedaagde01] op dit punt onder r.o. 5.18 hierboven weergegeven.
NJ1995/659 (
Tatry/Maciej Rataj). Gelet op de uiteenlopende aard van de vorderingen die zijn ingesteld in de Amerikaanse procedure komt het de rechtbank niet aannemelijk voor dat alle vorderingen in die procedure hetzelfde onderwerp hebben als de vorderingen die dmarcian Europe in de onderhavige zaak heeft ingesteld tegen dmarcian Inc . Dat neemt echter niet weg dat een wezenlijk gedeelte van de vorderingen in de Amerikaanse procedure en een wezenlijk gedeelte van de vorderingen in de onderhavige zaak wél hetzelfde onderwerp hebben. Ook aan dit vereiste van artikel 12 Rv is derhalve voldaan.
NJ1995/213 (
Kloes/Fransman)). De rechtbank is van oordeel dat dat evenzeer, en op dezelfde gronden, geldt voor een beslissing van een buitenlandse rechter die als voorlopige voorziening moet worden beschouwd. Hierbij wordt nog in het midden gelaten of dat ook volgt uit het bepaalde in artikel 10:3 BW.
Gazprombank-criteria (Hoge Raad 26 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2838).
6..De beslissing
1 februari 2023voor conclusie van antwoord;
1 februari 2023voor conclusie van antwoord;